Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
de minister van Asiel en Migratie, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 maart 2025 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Sri Lankaanse man, had op 15 januari 2025 een asielaanvraag ingediend in Nederland. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag echter niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting. De rechtbank heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat eiser op 20 oktober 2023 illegaal via Frankrijk naar Nederland is gereisd en op 24 oktober 2023 in Frankrijk om internationale bescherming heeft verzocht. Eiser heeft aangevoerd dat hij in Frankrijk het slachtoffer is van ernstige dreigingen en vervolging door zijn zwager, wat hem in een onveilige situatie plaatst. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij terugkeer naar Frankrijk een reëel risico loopt op een behandeling die in strijd is met artikel 3 van het EVRM of artikel 4 van het Handvest. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de minister terecht heeft gesteld dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een overdracht aan Frankrijk van onevenredige hardheid getuigen. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard.