ECLI:NL:RBDHA:2025:4140

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 februari 2025
Publicatiedatum
18 maart 2025
Zaaknummer
NL25.442
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van Dublinverordening

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 11 februari 2025 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. E. Ceylan, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De Minister van Asiel en Migratie, vertegenwoordigd door mr. E. de Bonth, had echter besloten om deze aanvraag niet in behandeling te nemen, met als argument dat Duitsland verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag op basis van de Dublinverordening.

De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 21 januari 2025, waarbij de verzoeker, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de minister aanwezig waren. Na de zitting heeft de rechtbank het onderzoek geschorst om de minister de gelegenheid te geven te verifiëren of de verzoeker in de nationale procedure was opgenomen. Na verdere reacties van beide partijen heeft de rechtbank het onderzoek gesloten en uitspraak gedaan zonder een nadere zitting.

In de uitspraak van dezelfde dag, onder zaaknummer NL25.441, heeft de rechtbank het beroep van de verzoeker behandeld. Aangezien er inmiddels een uitspraak was gedaan op het beroep, was een voorlopige voorziening niet meer nodig. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.442
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , V-nummer: [V-nummer] , verzoeker,

(gemachtigde: mr. E. Ceylan),

en

de Minister van Asiel en Migratie, de minister,

(gemachtigde: mr. E. de Bonth).

Procesverloop

Bij besluit van 3 januari 2025 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL25.441, op 21 januari 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker, de gemachtigde van verzoeker, S. Bos als tolk en de gemachtigde van de minister.
De rechtbank heeft het onderzoek na de zitting geschorst om de minister in de gelegenheid te stellen om uit te zoeken of eiser in de nationale procedure is opgenomen. Eiser heeft de mogelijkheid gekregen om te reageren. Vervolgens hebben de minister en eiser nog een keer gereageerd.
De rechtbank sluit het onderzoek en doet uitspraak zonder nadere zitting.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL25.441, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I. Helmich, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van
K.F.K. Hoogbruin, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
11 februari 2025

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.