Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
quick fixis voor de tbs-passanten die in afwachting zijn van plaatsing in een tbs-kliniek. Zowel het creëren van nieuwe, fysieke plekken als het bemensen van die plekken kent grote uitdagingen, aldus de Staat. De Staat voert in de kern aan dat het zeer te betreuren is dat [eiser] nog niet is geplaatst en dat er nog geen concreet zicht is op een datum voor plaatsing, maar dat van de Staat niet verlangd kan worden dat hij afwijkt van het bestaande voorrangsbeleid (zoals uiteengezet in 2.6). Over dit beleid, zo voert de Staat aan, heeft het gerechtshof Den Haag recent bij arrest van 23 april 2024 (ECLI:NL:GHDHA:2024:560) geoordeeld dat het de zogenoemde
“in redelijkheids”-toets kan doorstaan. De Staat voert verder onder meer aan dat het niet onaanvaardbaar is om [eiser] nu nog in een PPC te laten verblijven. Er is geen sprake van bijzondere, zwaarwegende omstandigheden die maken dat [eiser] onmiddellijk in een tbs-kliniek geplaatst moet worden, met voorrang op andere tbs-passanten, in dit geval in het bijzonder prepassanten, aldus de Staat.