ECLI:NL:RBDHA:2025:4242
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H. Hanssen - Telman
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het besluit van de minister om geen uitstel van vertrek op medische gronden te verlenen
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de minister van Asiel en Migratie beoordeeld. Eiser had op 20 augustus 2020 een asielaanvraag ingediend, die op 29 november 2021 werd afgewezen. De minister verleende tijdelijk uitstel van vertrek, maar in een besluit van 28 juli 2022 werd bepaald dat eiser niet in aanmerking kwam voor verdere opschorting van zijn vertrek op grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw). Eiser maakte bezwaar tegen dit besluit, maar de minister verklaarde het bezwaar ongegrond op 5 november 2024. Eiser stelde dat zijn medische situatie was gewijzigd en dat er een nieuw BMA-advies had moeten worden aangevraagd. De rechtbank oordeelt echter dat de minister zich op het bestaande BMA-advies mocht baseren, omdat eiser niet heeft aangetoond dat zijn medische situatie daadwerkelijk was veranderd. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat eiser geen proceskostenvergoeding ontvangt.