Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam] , V-nummer: [nummer] ,
[naam] , V-nummer: [nummer] ,
[naam] , V-nummer: [nummer] ,
[naam] , V-nummer: [nummer] ,
[naam] , V-nummer: [nummer] ,
[naam] , V-nummer: [nummer] ,
de Minister van Asiel en Migratie, de minister.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
2 mei 2026 alsnog een besluit moet nemen en aan de minister een dwangsom wordt opgelegd. De rechtbank stelt ook de door de minister verschuldigde bestuurlijke dwangsom vast.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt de minister op om vóór 2 mei 2026 alsnog een besluit te nemen op de aanvraag van eisers;
- bepaalt dat de minister aan eisers een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee zij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van
- stelt de hoogte van de door de minister aan eisers verschuldigde dwangsom als bedoeld in artikel 4:17 van de Awb vast op € 1.442,-;
- veroordeelt de minister in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 453,50.