ECLI:NL:RBDHA:2025:4317
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake asielaanvraag door prematuur indienen van ingebrekestelling
Op 6 februari 2025 heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op haar asielaanvraag, die op 24 oktober 2023 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat volgens artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiseres had op 24 oktober 2023 een asielaanvraag ingediend, waarvoor de wettelijke beslistermijn van zes maanden op 24 april 2024 zou eindigen. Echter, door de inwerkingtreding van de WBV 2023/3 is deze termijn met negen maanden verlengd, waardoor de beslistermijn pas op 24 januari 2025 eindigde. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig was, en concludeert dat de ingebrekestelling van 22 januari 2025 te vroeg is ingediend. Hierdoor is het beroep van eiseres tegen het uitblijven van een besluit op haar asielaanvraag kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.