In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 7 maart 2025 uitspraak gedaan in een beroep van de staatssecretaris van Defensie, vertegenwoordigd door het Defensie Ondersteuningscommando, tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door verweerder op het ingediende bezwaar van 21 februari 2022. Dit bezwaar betrof de omzetting van een loongerelateerde uitkering in een loonaanvullende uitkering, waartegen eiser bezwaar had gemaakt. De rechtbank oordeelt dat de termijn om te beslissen op het bezwaar is overschreden, aangezien er meer dan twee jaar zijn verstreken sinds de ontvangst van het bezwaar. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twee weken na de verzending van de uitspraak alsnog een besluit bekend te maken. Tevens is bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft recht op vergoeding van het betaalde griffierecht van € 371,-. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.