ECLI:NL:RBDHA:2025:442

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 januari 2025
Publicatiedatum
15 januari 2025
Zaaknummer
NL24.46480
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak na niet-ontvankelijk verklaring aanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 15 januari 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De zaak betreft een verzoeker die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, maar wiens aanvraag door de minister van Asiel en Migratie op 22 november 2024 niet-ontvankelijk was verklaard. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 14 januari 2025 was de verzoeker aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, en was er ook een tolk aanwezig. De minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld, maar heeft geconcludeerd dat deze niet meer nodig was. Dit was het gevolg van een eerdere uitspraak in een andere zaak (zaaknummer NL24.46479) die op dezelfde dag was gedaan. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Daarnaast is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, in aanwezigheid van griffier I. Wolthuis, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.46480

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], V-nummer: [nummer], verzoeker

(gemachtigde: mr. H.A. Limonard),
en

de minister van Asiel en Migratie, de minister

(gemachtigde: mr. R.R. de Groot).

Procesverloop

Bij besluit van 22 november 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de herhaalde aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL24.46479, op
14 januari 2025 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Er is ook een tolk verschenen. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.46479, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van I. Wolthuis, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.