Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser op 12 februari 2025 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag van 7 september 2023. De rechtbank heeft uitspraak gedaan buiten zitting op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft vastgesteld dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit, zoals bepaald in artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb. Eiser heeft op 27 januari 2025 verweerder in gebreke gesteld, maar de rechtbank oordeelt dat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Hierdoor is het beroep van eiser kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank heeft verder vastgesteld dat verweerder verantwoordelijk is geworden voor de behandeling van de asielaanvraag van eiser op 8 november 2023, en dat de beslistermijn op 8 februari 2025 is geëindigd. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 18 maart 2025 door mr. A.J. de Danschutter, rechter, en is openbaar gemaakt. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.