ECLI:NL:RBDHA:2025:4563
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- D. Bruinse - Pot
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
Op 20 maart 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer NL24.46026. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. D. van Elp, had tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 15 november 2024, verklaarde de aanvraag van de verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk. De verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, omdat hij het niet eens was met het bestreden besluit.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 3 februari 2025 behandeld, waarbij de verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren. De minister was vertegenwoordigd door mr. S.J. de Vries. Tijdens de zitting is de zaak NL24.46025, die samenhangt met het verzoek, ook behandeld. De voorzieningenrechter heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan in die zaak, waardoor het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer nodig was. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.