2.1Verweerder acht eiseres haar gestelde problemen in Kenia ook ongeloofwaardig. Verweerder stelt zich op het standpunt dat eiseres niet wordt gevolgd in haar Somalische nationaliteit en dat daarom eiseres haar gestelde problemen in Somalië, die voort zouden duren in Kenia, ongeloofwaardig zijn. Volgens verweerder heeft eiseres verder ongeloofwaardig en ongerijmd verklaard over haar problemen in Kenia.
3. Eiseres voert aan dat verweerder er ten onrechte van uitgaat dat eiseres de Keniaanse nationaliteit heeft en niet de Somalische nationaliteit. Daarbij voert eiseres aan dat zij aan haar inspanningsverplichting heeft voldaan om aannemelijk te maken dat zij het Keniaanse paspoort frauduleus heeft verkregen. Vanaf het aanmeldgehoor heeft eiseres immers verklaard dat zij het Keniaanse paspoort frauduleus heeft verkregen. Daarnaast heeft eiseres via haar gemachtigde contact opgenomen met de Keniaanse ambassade om haar nationaliteit te verifiëren, maar vooralsnog heeft de Keniaanse ambassade niet gereageerd. Eiseres verwijst hierbij naar de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) van 14 maart 2024.Bovendien heeft eiseres naast het Keniaanse paspoort een origineel Somalisch paspoort overgelegd. Verweerder had het onderzoek naar het Somalische paspoort moeten afwachten. Eiseres verwijst hierbij naar Werkinstructie 2022/4, paragraaf 4. Ook heeft eiseres kopieën overgelegd van een Somalische identiteitskaart en een Somalische geboorteakte, waarvan de originele documenten tijdens de beroepsfase in Nederland zijn aangekomen en aangeboden zijn voor onderzoek. Daarbij heeft eiseres later in de beroepsfase een originele Somalische nationaliteitsverklaring overgelegd. Ook voert eiseres aan dat de persoonsgegevens op het Keniaanse paspoort anders zijn dan de persoonsgegevens op het Somalische paspoort. Daarom kan eiseres geen dubbele nationaliteit hebben. Tevens zou eiseres niet hebben voldaan aan de vereisten voor het verkrijgen van de Keniaanse nationaliteit, waardoor zij onmogelijk de Keniaanse nationaliteit kan hebben. Ook spreekt eiseres uitsluitend de Somalische taal.
4. Op 14 maart 2024 heeft de Afdeling uitspraak gedaan over de inspanningsverplichting van de vreemdeling, wanneer deze Nederland binnen reist met een
echt bevonden, maar zo gesteld frauduleus verkregen paspoort.De Afdeling heeft
geoordeeld dat als de vreemdeling stelt dat het paspoort buiten beschouwing moet worden
gelaten, hij een inspanningsverplichting heeft om aannemelijk te maken dat het echt
bevonden paspoort frauduleus is verkregen. Volgens de Afdeling mag van de vreemdeling
hierbij worden verwacht dat hij contact opneemt met de autoriteiten van het land die het paspoort hebben afgegeven. Als de vreemdeling hier onvoldoende moeite voor doet, dan
mag verweerder uitgaan van de persoonsgegevens op het echt bevonden paspoort. Wanneer
de vreemdeling echter een oprechte inspanning heeft geleverd, maar er niet in is geslaagd
om een verklaring te krijgen over het paspoort, dan moet verweerder onderzoek gaan doen
naar de gestelde nationaliteit.
5. Met inachtneming van de Afdelingsuitspraak van 14 maart 2024 overweegt de rechtbank als volgt. Eiseres heeft gelijktijdig met het Keniaanse paspoort een origineel Somalisch paspoort overgelegd. De personalia in het Somalisch paspoort zijn anders dan in het Keniaanse paspoort. Daarbij is eiseres volgens het Keniaanse paspoort geboren in Nairobi, terwijl zij volgens het Somalische paspoort is geboren in Beled-Hawo. De rechtbank overweegt dat een persoon weliswaar twee nationaliteiten kan hebben, maar niet op twee plaatsen geboren kan zijn. Daarom is de rechtbank van oordeel dat het van belang is dat verweerder alle Somalische identiteitsdocumenten laat onderzoeken op echtheid. Niet valt in te zien waarom verweerder niet heeft gewacht op het onderzoek naar het Somalisch paspoort en de overige ingebrachte Somalische identiteitsdocumenten. Verder overweegt de rechtbank dat eiseres de Keniaanse ambassade heeft gemaild voorafgaand aan het nemen van het besluit. Ook heeft eiseres meerdere keren gerappelleerd. Verweerder heeft hiermee onvoldoende rekening gehouden. Eiseres heeft van meet af aan verklaard dat zij het paspoort frauduleus heeft verkregen. Daarnaast is eiseres anderszins actief geweest, door een Somalische identiteitskaart en een Somalische geboorteakte te laten opsturen naar Nederland. Bovendien zit eiseres in grensdetentie. Zij is daarom afhankelijk van een advocaat en is niet in staat om op elk moment contact te zoeken met de ambassade. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat eiseres een oprechte inspanning heeft geleverd om in contact te komen met de ambassade. Te meer nu eiseres later in de beroepsfase ook nog een originele nationaliteitsverklaring heeft overgelegd. Verweerder kan worden toegegeven dat, na een aanvankelijke weigerachtige houding en na aandringen van de gemachtigde van eiseres, de Keniaanse ambassade een kopie van het paspoort van eiseres naar de relevante autoriteiten heeft gestuurd, maar het is onduidelijk of daar een vervolg op komt en zo ja, hoe lang dit gaat duren. Dit neemt niet weg dat verweerder ondertussen de Somalische documenten op echtheid kan laten onderzoeken en, indien eiseres daar toestemming voor geeft, de Keniaanse autoriteiten kan rappelleren als het lang duurt. De beroepsgrond slaagt.
6. Het bestreden besluit is onzorgvuldig tot stand gekomen. Het beroep is gegrond en de rechtbank vernietigt het bestreden besluit. Dat betekent dat verweerder opnieuw op de aanvraag dient te beslissen. Verweerder moet daarbij alles wat in beroep is aangevoerd en overgelegd tegen het vernietigde besluit betrekken. Verweerder dienst eerst onderzoek te doen naar de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiseres. Voor het nemen van een nieuw besluit stelt de rechtbank een termijn van acht weken.
7. Nu met de uitspraak op het beroep van eiseres is beslist, bestaat er geen aanleiding meer voor het treffen van een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening daarom af.
8. Eiseres krijgt een vergoeding van de proceskosten die zij heeft gemaakt in beroep en in het verzoek om een voorlopige voorziening. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 2.721,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het indienen van het verzoekschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting).
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 27 februari 2025 door mr. W.B. Klaus, (voorzieningen)rechter, in aanwezigheid van mr. S.L. Clemens, griffier.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking van dit proces-verbaal.