Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], eiseres,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 20 maart 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij eiseres, vertegenwoordigd door mr. S. Igdeli, beroep had ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op haar asielaanvraag van 14 oktober 2023. Eiseres had op 28 januari 2025 beroep ingesteld, omdat de beslistermijn van zes maanden, die op 14 april 2024 zou eindigen, was verlengd door de inwerkingtreding van de WBV 2023/3. Deze verlenging betekende dat de beslistermijn pas op 14 januari 2025 zou eindigen. De rechtbank oordeelde dat de ingebrekestelling van 14 januari 2025 te vroeg was ingediend, omdat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Hierdoor werd het beroep van eiseres tegen het uitblijven van een besluit op haar asielaanvraag kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank baseerde haar beslissing op artikel 6:2 en artikel 6:12 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), die bepalen dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit en dat een beroepschrift kan worden ingediend zodra het bestuursorgaan in gebreke is. De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt en eiseres werd geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens was met de uitspraak.