ECLI:NL:RBDHA:2025:4744

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 februari 2025
Publicatiedatum
24 maart 2025
Zaaknummer
24-47784
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 februari 2025 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, geboren in 2000 en van Marokkaanse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag was door de Minister van Asiel en Migratie op 29 november 2024 afgewezen, omdat deze als kennelijk ongegrond werd beschouwd. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 13 februari 2025, maar zowel de verzoeker als zijn gemachtigde, mr. K. Benchaïb, waren niet verschenen. De Minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. E.H.J.M. de Bonth. Tijdens de zitting werd ook een andere zaak, NL24.47783, behandeld, waarin de rechtbank het beroep ongegrond verklaarde.

Aangezien het beroep ongegrond was verklaard, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, en de uitspraak is openbaar gemaakt op dezelfde datum als de uitspraak.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.47784
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker], verzoeker, geboren op [2000] 2000, alias:

[alias],
geboren op [2001], van Marokkaanse nationaliteit, V-nummer: [V-nummer],
(gemachtigde: mr. K. Benchaïb), en
de Minister van Asiel en Migratie, de minister, (gemachtigde: mr. E.H.J.M. de Bonth).

Procesverloop

Bij besluit van 29 november 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL24.47783, op 13 februari 2025 op zitting behandeld. De gemachtigde van verzoeker is, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verzoeker is niet verschenen. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.47783, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep en het beroep ongegrond verklaard. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.E.A. Braeken, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van Z.P. de Wilde, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
26 februari 2025

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.