ECLI:NL:RBDHA:2025:4809
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling in proceskosten na intrekking van beroep tegen bestuursorgaan
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 7 maart 2025, in de zaak SGR 24/8707, wordt het verzoek van verzoekster om veroordeling van verweerder in de proceskosten beoordeeld. Verzoekster had op 19 februari 2024 bezwaar gemaakt tegen een besluit van 9 februari 2024 en had beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op dat bezwaar. Op 6 februari 2025 trok verzoekster haar beroep in, waarna verweerder alsnog een beslissing op het bezwaar nam. Verzoekster verzocht de rechtbank om verweerder te veroordelen in de proceskosten. De rechtbank heeft verweerder in de gelegenheid gesteld te reageren op dit verzoek, waarop verweerder aangaf de gebruikelijke proceskosten van 0,5 punt te zullen vergoeden. De rechtbank doet uitspraak zonder zitting en wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe, omdat verweerder geheel tegemoet is gekomen aan verzoekster door alsnog een beslissing te nemen. De rechtbank berekent de proceskostenvergoeding op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht en komt uit op een totaalbedrag van € 453,50. Tevens wordt verweerder verplicht het door verzoekster betaalde griffierecht van € 51,- te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. D.R. van der Meer, rechter, en is openbaar uitgesproken op 7 maart 2025.