ECLI:NL:RBDHA:2025:4836
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag voor machtiging tot voorlopig verblijf
Op 25 maart 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen meerdere eisers en de minister van Asiel en Migratie. De eisers hadden op 16 juli 2024 een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) als familie- of gezinslid bij een referent. De rechtbank oordeelt dat het beroep van eisers niet-ontvankelijk is, omdat zij hun beroep te vroeg hebben ingediend. De eisers hadden de minister op 18 februari 2025 in gebreke gesteld, maar dienden hun beroep in op 25 februari 2025, terwijl de termijn van twee weken na de ingebrekestelling nog niet was verstreken. De rechtbank stelt vast dat het niet tijdig nemen van een besluit door de minister gelijkgesteld kan worden met een besluit, maar dat de eisers niet voldaan hebben aan de vereisten voor het indienen van een beroep. De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en verklaart het beroep niet-ontvankelijk. De uitspraak is openbaar gemaakt en eisers hebben de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.