Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Het verloop van de procedure
Overwegingen
Beslissing
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 7 maart 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een boete van € 289,00 opgelegd gekregen voor het negeren van een rood verkeerslicht op 14 februari 2024. De betrokkene stelde dat het verkeerslicht oranje was op het moment dat hij de oversteek maakte, en dat hij handelde om een gevaarlijke situatie te vermijden. De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft ter zitting het beroep ongegrond verklaard. De kantonrechter oordeelde dat de verklaring van de verbalisant, die aangaf dat het verkeerslicht ongeveer 3 seconden rood licht uitstraalde, voldoende grond bood om de gedraging vast te stellen. De kantonrechter concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die tot matiging van de boete zouden leiden. De uitspraak benadrukt dat van bestuurders verwacht mag worden dat zij hun snelheid aanpassen en tijdig stoppen voor een verkeerslicht. De beslissing van de kantonrechter was dat het beroep ongegrond werd verklaard, en de betrokkene werd geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden.