Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
[betrokkene]
Het verloop van de procedure
Overwegingen
Beslissing
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 7 maart 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een boete van € 169,00 ontvangen omdat voor zijn motorvoertuig, dat een toegestane maximummassa van 3500 kg of minder heeft, geen geldig keuringsbewijs was afgegeven op 11 december 2023. De betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar de betrokkene zelf was niet verschenen.
De betrokkene voerde aan dat hij tijdig een keuringsafspraak had gemaakt bij de Volvo-dealer, maar dat er vertraging was opgetreden door een technisch complex probleem met het voertuig. Hierdoor was het niet mogelijk om de on-call softwareapplicatie up-to-date te brengen, wat leidde tot het niet voldoen aan de nieuwe regelgeving voor de APK-keuring. De auto was gedurende deze periode bij de dealer en werd pas twee dagen na de uiterste keuringstermijn gekeurd. De kantonrechter overwoog dat de betrokkene erkende de gedraging te hebben verricht en dat hij verantwoordelijk was voor het beschikken over een geldig keuringsbewijs. De rechter concludeerde dat de boete terecht was opgelegd en dat er geen reden was om deze te matigen.
De uitspraak van de kantonrechter was dat het beroep ongegrond werd verklaard. De betrokkene werd geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, met de vereiste dat het beroepschrift bij de rechtbank Den Haag moest worden ingediend en ondertekend door de betrokkene of zijn gemachtigde.