ECLI:NL:RBDHA:2025:5079
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag
Deze uitspraak betreft een beroep dat is ingediend door eiseres, die stelt dat de minister van Asiel en Migratie niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat partijen daarmee instemden. Eiseres heeft de minister prematuur in gebreke gesteld, maar de rechtbank oordeelt dat de minister voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de beslistermijnen zijn verlengd op basis van het besluit WBV 2023/3. Dit besluit, dat sinds 27 januari 2023 van kracht is, verlengt de beslistermijnen voor asielaanvragen die zijn ingediend tussen 1 januari 2023 en 1 januari 2024 met negen maanden. Eiseres betwist de geldigheid van deze verlenging en verzoekt de rechtbank om het beroep gegrond te verklaren en de minister te dwingen alsnog een besluit te nemen. De rechtbank volgt dit standpunt niet en oordeelt dat de ingebrekestelling te vroeg is ingediend, waardoor niet is voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van beroep. Het beroep wordt daarom niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf en is openbaar gemaakt op 19 maart 2025.