ECLI:NL:RBDHA:2025:5081
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag
Deze uitspraak betreft een beroep dat is ingediend door eiser, die stelt dat de minister van Asiel en Migratie niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De rechtbank heeft geen zitting nodig geacht en het onderzoek gesloten, omdat partijen geen zitting hebben aangevraagd. De rechtbank overweegt dat als een bestuursorgaan niet op tijd beslist, de betrokkene eerst schriftelijk moet laten weten dat er binnen twee weken alsnog een beslissing moet komen, wat de ingebrekestelling wordt genoemd. Indien er na deze termijn nog geen besluit is genomen, kan de betrokkene beroep instellen.
In dit geval is de asielaanvraag van eiser ingediend onder het besluit WBV 2023/3, dat de beslistermijnen voor asielaanvragen die zijn ingediend tussen 1 januari 2023 en 1 januari 2024 met negen maanden heeft verlengd. De rechtbank concludeert dat de beslistermijn nog niet was verstreken op het moment dat eiser de ingebrekestelling indiende, waardoor deze prematuur was. Hierdoor is niet voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van beroep tegen het niet tijdig beslissen door de minister, en is het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.