ECLI:NL:RBDHA:2025:5112
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.S. Gaastra
- Rechtspraak.nl
Vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring op grond van de Vreemdelingenwet 2000
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 maart 2025 uitspraak gedaan in een vervolgberoep van eiser tegen de maatregel van bewaring die door de minister van Asiel en Migratie was opgelegd op 19 december 2024. De maatregel is gebaseerd op artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) en is nog steeds van kracht. De minister heeft de rechtbank op 14 maart 2025 geïnformeerd over het voortduren van de bewaring, wat gelijkgesteld wordt met een door eiser ingesteld beroep. Eiser heeft geen reactie gegeven op de overgelegde voortgangsrapportage van de minister, en de rechtbank heeft besloten dat een onderzoek ter zitting niet nodig was, waardoor het vooronderzoek op 21 maart 2025 is gesloten.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat zij eerder de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring heeft getoetst en dat deze tot het sluiten van het onderzoek op 31 december 2024 rechtmatig was. De rechtbank heeft nu alleen beoordeeld of de maatregel van bewaring sindsdien rechtmatig is. Aangezien eiser geen beroepsgronden heeft ingediend, heeft de rechtbank ambtshalve het voortduren van de maatregel getoetst en geen redenen gevonden om het beroep gegrond te verklaren. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen onrechtmatigheid van de bewaring is vastgesteld en heeft het beroep ongegrond verklaard.
De uitspraak is gedaan door rechter mr. A.S. Gaastra, in aanwezigheid van griffier S. Voolstra, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open, zoals vermeld in artikel 96, derde lid, van de Vw 2000.