ECLI:NL:RBDHA:2025:5153

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 maart 2025
Publicatiedatum
27 maart 2025
Zaaknummer
NL25.5225 en NL25.5227
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • S. Ketelaars - Mast
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van Dublinverordening

Op 3 februari 2025 heeft de Minister van Asiel en Migratie besloten om de aanvragen van twee verzoekers, van Syrische nationaliteit, tot het verlenen van verblijfsvergunningen asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling te nemen. Dit besluit is genomen op basis van de stelling dat Bulgarije verantwoordelijk is voor de behandeling van hun asielaanvragen. De verzoekers hebben hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 17 maart 2025 behandeld, maar de gemachtigde van de verzoekers was niet verschenen. De minister was vertegenwoordigd door haar gemachtigde. Na het sluiten van het onderzoek ter zitting heeft de rechtbank op dezelfde dag uitspraak gedaan in de aanverwante zaken NL25.5224 en NL25.5226.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat, aangezien er inmiddels uitspraak is gedaan op de beroepen, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Het verzoek om een voorlopige voorziening is dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S. Ketelaars - Mast, in aanwezigheid van mr. H.A. van der Wal, griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummers: NL25.5225 en NL25.5227

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoeker,

geboren op [geboortedatum],
van Syrische nationaliteit,
V-nummer: [V-nummer],
en

[naam], verzoekster,

geboren op [geboortedatum],
van Syrische nationaliteit,
V-nummer: [V-nummer],
gezamenlijk: verzoekers,
(gemachtigde: mr. T.M. van der Wal),

de Minister van Asiel en Migratie, de minister,

(gemachtigde: K. Jansen).

Inleiding

1. Bij besluit van 3 februari 2025 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van verblijfsvergunningen asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Bulgarije verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
1.1.
Verzoekers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaken NL25.5224 en NL25.5226, op 17 maart 2025 op zitting behandeld. De gemachtigde van verzoekers is met bericht van verhindering niet verschenen. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten.

Beoordeling door de rechtbank

2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL25.5224 en NL25.5226, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Ketelaars - Mast, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. H.A. van der Wal, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.