ECLI:NL:RBDHA:2025:5180

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 maart 2025
Publicatiedatum
28 maart 2025
Zaaknummer
25-2732
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing voorlopige voorziening asielaanvraag met proceskostenvergoeding

Op 15 januari 2025 heeft de Minister van Asiel en Migratie de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen, met het argument dat deze kennelijk ongegrond was. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 14 maart 2025 behandeld, waarbij mr. A. Dogan als waarnemer van de gemachtigde van verzoeker aanwezig was, evenals de gemachtigde van de minister.

In de uitspraak van 24 maart 2025, in de zaak met nummer NL25.2731, heeft de rechtbank het beroep tegen de afwijzing van de asielaanvraag ongegrond verklaard en het beroep tegen het inreisverbod niet-ontvankelijk verklaard. Hierdoor was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Desondanks heeft de rechtbank bepaald dat verzoeker recht heeft op een proceskostenvergoeding van € 907,-, die door de minister moet worden betaald, omdat de gemachtigde van verzoeker een verzoekschrift heeft ingediend.

De voorzieningenrechter, mr. A.A.M. Elzakkers, heeft de beslissing genomen in aanwezigheid van griffier Z.P. de Wilde. De uitspraak is openbaar gemaakt op 24 maart 2025, en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL25.2732
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker], verzoeker, V-nummer: [V-nummer], (gemachtigde: mr. M. Erik),

en
de Minister van Asiel en Migratie, de minister, (gemachtigde: mr. J. Raaijmakers).

Inleiding

1. Bij besluit van 15 januari 2025 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
1.1.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de behandeling van de zaak NL25.2731, op 14 maart 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: mr. A. Dogan als waarnemer van de gemachtigde van verzoeker en de gemachtigde van de minister.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL25.2731, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De rechtbank heeft het beroep tegen de afwijzing van de asielaanvraag ongegrond verklaard en het beroep tegen het inreisverbod niet-ontvankelijk verklaard. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2.1.
Gelet op de uitkomst van de beroepszaak krijgt verzoeker wel een vergoeding van zijn proceskosten. De minister moet deze vergoeding betalen. Deze vergoeding bedraagt € 907,- omdat de gemachtigde van verzoeker een verzoekschrift heeft ingediend.

Beslissing

De voorzieningenrechter
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
- veroordeelt de minister in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 907,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.A.M. Elzakkers, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van Z.P. de Wilde, griffier.
Uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
24 maart 2025

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.