ECLI:NL:RBDHA:2025:5190

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 februari 2025
Publicatiedatum
28 maart 2025
Zaaknummer
NL24.46446
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard

Op 25 februari 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende een asielaanvraag. De eiser, vertegenwoordigd door mr. J.A. Pieters, had beroep ingesteld omdat de minister van Asiel en Migratie niet tijdig had beslist op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen zitting nodig was, omdat partijen hiermee instemden. De aanvraag van eiser was op 8 augustus 2023 ontvangen en viel onder het besluit WBV 2023/3, dat de beslistermijnen voor asielaanvragen verlengde. De ingebrekestelling van de eiser was prematuur, omdat deze was ingediend op 7 november 2024, terwijl de beslistermijn met negen maanden was verlengd. Hierdoor was het beroep niet-ontvankelijk. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op dezelfde dag.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.46446
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer] ,

(gemachtigde: mr. J.A. Pieters),
en
de minister van Asiel en Migratie,de minister.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingediend, omdat de minister volgens hem niet op tijd heeft beslist op zijn aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd (hierna: aanvraag).

Overwegingen

1. De rechtbank vindt een zitting niet nodig en heeft partijen gevraagd of zij het daarmee eens zijn. Omdat partijen daarna niet om een zitting hebben gevraagd, heeft de rechtbank het onderzoek gesloten en de zaak niet behandeld op een zitting.1

Is het beroep van eiser ontvankelijk?

2. Sinds 27 januari 2023 is het besluit met kenmerk WBV 2023/3 van kracht.2 Dit besluit heeft tot gevolg dat de beslistermijnen van asielaanvragen die zijn ingediend vanaf 1 januari 2023 tot 1 januari 2024 met negen maanden zijn verlengd. De minister heeft de aanvraag van eiser op 8 augustus 2023 ontvangen. De aanvraag valt dus onder het toepassingsbereik van WBV 2023/3. Dit betekent dat de beslistermijn met negen maanden is verlengd. De minister heeft de ingebrekestelling op 7 november 2024 ontvangen. De ingebrekestelling is aldus te vroeg ingediend. Dat maakt dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van een beroep tegen het niet tijdig beslissen door de minister. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk.
3. Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.
1. Artikel 8:57, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2 Staatscourant van 26 januari 2023, nr. 3235.
Heeft de minister een bestuurlijke dwangsom verbeurd?
4. Het beroep is niet-ontvankelijk. Al om die reden komt de rechtbank niet toe aan het vaststellen van een eventuele verbeurde bestuurlijke dwangsom.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van
D.A.M. Delger, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
25 februari 2025

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.