Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
- personen, te weten politieambtenaren en/of brandweerpersoneel en/of journalisten en/of fotografen en/of personen in het zalencentrum Opera, en/of;
- goederen, te weten politievoertuigen en/of personenauto’s en/of een touringcar en/of één of meerdere gebouwen (onder andere zalencentrum Opera en/of naastgelegen en/of in de (directe) nabijheid gelegen gebouwen en/of een tankstation),
door (meermalen):
- (met stokken, stenen, messen en/of andere voorwerpen in de hand) (gegroepeerd) zich dreigend op te houden en/of op te stellen tegen en/of de confrontatie te zoeken/aan te gaan met de politie en/of brandweer en/of journalisten en/of fotografen, en/of;
- het zalencentrum Opera te bestormen en/of te proberen binnen te dringen (onder andere door (met meerdere personen tegelijk) op de politie en/of het zalencentrum Opera af te gaan/te rennen en/of te proberen zich door linies van de politie heen te dringen), en/of;
- (stukken/brokken van) stoeptegels en/of stenen en/of fietsen en/of straatmeubilair en/of vuurwerk en/of brandend/brandbaar materiaal en/of één of meerdere andere voorwerpen, naar/tegen voornoemde personen en/of goederen te gooien, en/of;
- één of meerdere geparkeerde voertuigen een rijbaan op te duwen, en/of;
- één of meerdere (politie)voertuigen en/of een touringcar in brand te steken.
3.De bewijsbeslissing
De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 6 februari 2025, voor zover inhoudende:
Het proces-verbaal van bevindingen van [naam 1] , opgemaakt op 4 juni 2024, voor zover inhoudende (p. 8 t/m 9 persoonsdossier):
Eerst bekeek ik de camerabeelden van bestand 552 van de "Gemeente Den Haag". Deze camera kijkt uit op de rotonde van de Fruitweg met de Viaductweg in Den Haag. Ik herkende [verdachte] op de beelden aan zijn kleding en opvallend teruggetrokken haarlijn. Ik zag dat [verdachte] op 17 februari 2024 omstreeks 18.30 uur een voorwerp, vermoedelijk een steen, bovenhands en met kracht naar een politiebus gooide.
Ik zag dat [verdachte] hierop de steen en een steen er vlakbij oppakte. Ik zag dat [verdachte] met de stenen een stuk naar voren liep, hemelsbreed in de richting van de Opera. Ik zag dat hij vervolgens in de richting keek van een politiebus, die over de rotonde in zijn richting reed. Ik zag dat [verdachte] vervolgens bovenhands en met kracht in de richting van de politiebus gooide.
Ik zag dat [verdachte] ten tijde van het gooien van de stenen zich continu bewoog binnen de groep rellende Eritreeërs en meeliep tijdens aanvalsgolven van de groep.
Daarna bekeek ik de camerabeelden van bestand MVI_0720.MP4 van "District 8". Ik zag in de eigenschappen van dit bestand dat deze beelden op 17 februari 2024 omstreeks 19.49 uur waren opgenomen. Vermoedelijk werden deze beelden gemaakt op de Viaductweg, bij de rotonde met de Fruitweg in Den Haag. Ik zag op de beelden dat de ME een zogenoemde charge uitvoerde. Ik zag dat er een groep rellende personen op af rende en stenen gooide, waarna zij wegrenden. Ik zag dat de leden van de ME hierop hun voertuig wilden betreden. Ik zag dat hierop een groep rellende personen, waaronder [verdachte] , het beeld inliepen.
Zalencentrum, gelegen aan de Fruitweg, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen:
eenjournalist en
een fotograafen personen in het Opera
Zalencentrum, en;
Zalencentrumen in de (directe) nabijheid gelegen gebouwen en een tankstation,
Zalencentrumte bestormen en te proberen binnen te dringen, onder andere door met meerdere personen tegelijk op de politie en het Opera
Zalencentrumaf te gaan/te rennen en te proberen zich door linies van de politie heen te dringen, en;
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
7.De vorderingen van de benadeelde partijen / de schadevergoedingsmaatregelen
8.De toepasselijke wetsartikelen
9.De beslissing
180 (HONDERDTACHTIG) DAGEN;
groot 50 (VIJFTIG) DAGEN, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op
3 (DRIE) JARENvastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
€ 5.000,-
€ 1.929,-, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;