ECLI:NL:RBDHA:2025:5368
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.A. Bouter - Rijksen
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag Nigeriaan niet in behandeling genomen op grond van Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 maart 2025 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Nigeriaanse eiser. De eiser had op 18 september 2024 een asielaanvraag ingediend in Nederland, maar de minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen. Dit gebeurde op basis van de Dublinverordening, die bepaalt dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag, aangezien de eiser eerder een verzoek om internationale bescherming in Duitsland had ingediend. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard, omdat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij overdracht aan Duitsland een reëel risico loopt op een met de mensenrechten strijdige behandeling. De rechtbank oordeelde dat de eiser in zijn beroepsgronden voornamelijk herhaalde wat hij eerder in zijn zienswijze had aangevoerd, zonder nieuwe argumenten te presenteren. De rechtbank concludeerde dat de minister terecht had besloten de asielaanvraag niet in behandeling te nemen en dat de eiser mag worden overgedragen aan Duitsland. De eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.