Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.Het verloop van de procedure
C/09/680972 / JE RK 25-345) is een spoed(traject)machtiging verleend om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp en zodra er plek is gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder tot 13 maart 2025. Het verzoek is voor het overige aangehouden.
- verzoekschrift I met bijlagen, ontvangen op 20 februari 2025,
- verzoekschrift II met bijlagen, ontvangen op 27 februari 2025.
- [naam 1] en [naam 2] , namens de gecertificeerde instelling;
- de advocaat van de vader.
2.De feiten
3.Het verzoek
C/09/680651 / JE RK 25-307) de ondertoezichtstelling van [minderjarige] te verlengen tot 17 november 2025 en de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder te verlengen voor de duur van de ondertoezichtstelling. De gecertificeerde instelling verzoekt de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
4.De standpunten
5.De beoordeling
C/09/680972 / JE RK 25-345) heeft ingetrokken en de verzochte periode is verstreken, constateert de kinderrechter dat er niets meer te beslissen is ten aanzien van dit verzoek. De spoed(traject)machtiging verloopt op 13 maart 2025. Dat betekent dat de op 29 februari 2024 verleende machtiging om [minderjarige] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder herleeft en loopt tot 6 april 2025, aangezien de termijn zoals bedoeld in artikel 1:265c, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek nog niet is verstreken. De nu geldende machtiging zal worden verlengd met ingang van 6 april 2025, eveneens tot aan de datum waarop [minderjarige] meerderjarig wordt.
6.De beslissing
C/09/680972 / JE RK 25-345dat er niets meer te beslissen valt;
- door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.