ECLI:NL:RBDHA:2025:5490

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 april 2025
Publicatiedatum
2 april 2025
Zaaknummer
NL24.49222
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 2 april 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, met een V-nummer, had tegen het besluit van de minister van Asiel en Migratie beroep ingesteld, nadat zijn asielaanvraag op 3 december 2024 was afgewezen als kennelijk ongegrond. De verzoeker vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, maar de voorzieningenrechter heeft op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht besloten om zonder zitting uitspraak te doen.

De voorzieningenrechter had eerder, op 26 maart 2025, al uitspraak gedaan op het beroep in een andere zaak met nummer NL24.49221. Gezien deze eerdere uitspraak heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van griffier N.A. D’Hoore, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.49222

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker], V-nummer: [V-nummer], verzoeker

(gemachtigde: mr. R.E.J.M. van den Toorn),
en

de minister van Asiel en Migratie, verweerder

(gemachtigde: [gemachtigde]).

Procesverloop

Bij besluit van 3 december 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de asielaanvraag van verzoeker in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak zonder zitting.

Procesverloop

1. Bij mondelinge uitspraak van 26 maart 2025, zaaknummer NL24.49221, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan op 2 april 2025 door mr. B.F.Th. de Roos, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van N.A. D’Hoore, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.