ECLI:NL:RBDHA:2025:5545
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een dwangakkoord in een problematische schuldensituatie
In deze zaak heeft mevrouw [naam 1] een verzoek ingediend bij de Rechtbank Den Haag om een dwangakkoord op te leggen aan haar schuldeiser, de heer [naam 2], die niet akkoord ging met haar schuldregeling. Mevrouw [naam 1] heeft een schuldenlast van € 15.264,75 aan acht schuldeisers, waarvan de heer [naam 2] de enige is die het aanbod heeft afgewezen. Mevrouw [naam 1] heeft met hulp van de Kredietbank Nederland een voorstel gedaan waarbij een deel van de vorderingen wordt voldaan en het resterende deel wordt kwijtgescholden. De rechtbank heeft op 31 maart 2025 geoordeeld dat het verzoek om een dwangakkoord toewijsbaar is, omdat de schuldbemiddeling op de juiste wijze is uitgevoerd en de weigering van de heer [naam 2] om in te stemmen met de regeling onredelijk is. De rechtbank heeft vastgesteld dat het aanbod van mevrouw [naam 1] het maximaal haalbare is, gezien haar financiële situatie en de instemming van de meerderheid van de schuldeisers. De rechtbank heeft het verzoek tot het opleggen van een dwangakkoord toegewezen en het verzoek om toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) afgewezen. De beslissing is openbaar uitgesproken en biedt de mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.