ECLI:NL:RBDHA:2025:5595
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke procedure
Op 3 april 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een verzoekster en de minister van Asiel en Migratie. De verzoekster had een verzoek ingediend om de minister te veroordelen in de proceskosten, nadat zij haar beroep had ingetrokken. De rechtbank heeft de minister in de gelegenheid gesteld om te reageren op dit verzoek, maar de minister heeft zich verzet tegen de veroordeling in de proceskosten. De rechtbank heeft zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek.
In de beoordeling heeft de rechtbank vastgesteld dat verzoekster haar beroep heeft ingetrokken zonder dat de minister op dat moment op enige wijze aan haar tegemoetgekomen was. De rechtbank heeft uiteengezet dat, volgens de wet, een bestuursorgaan alleen kan worden veroordeeld in de proceskosten als het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen. Aangezien de minister niet tegemoetgekomen was aan verzoekster, heeft de rechtbank geen aanleiding gezien om de minister te veroordelen tot vergoeding van de gemaakte proceskosten.
De rechtbank heeft het verzoek om vergoeding van de proceskosten afgewezen. De uitspraak is gedaan door rechter W.P.C.G. Derksen, in aanwezigheid van griffier S. Berendsen. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak, met inachtneming van de wettelijke termijnen en procedures.