ECLI:NL:RBDHA:2025:5608

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 april 2025
Publicatiedatum
4 april 2025
Zaaknummer
NL25.7798
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • H. Hanssen - Telman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze zaak heeft verzoekster een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 17 februari 2025 afgewezen, waarbij het besluit als kennelijk ongegrond werd aangemerkt. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 27 maart 2025 behandeld, waarbij verzoekster en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de minister en een tolk.

De voorzieningenrechter heeft op 4 april 2025 uitspraak gedaan. Aangezien de rechtbank op diezelfde dag uitspraak heeft gedaan op het beroep, was een voorlopige voorziening niet meer nodig. Het verzoek om een voorlopige voorziening is dan ook afgewezen. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. H. Hanssen - Telman, in aanwezigheid van mr. J. Dijkstra, griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.7798

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , verzoekster

V-nummer: [nummer] ,
(gemachtigde: mr. J. Sinnema),
en

de minister van Asiel en Migratie, de minister

(gemachtigde: mr. J.R. Sotthewes – de Jonge).

Procesverloop

1. Verzoekster heeft een aanvraag ingediend tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De minister heeft met het bestreden besluit van 17 februari 2025 deze aanvraag in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
1.1.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek 27 maart 2025, samen met het beroep, [1] op zitting behandeld. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Ook een tolk is verschenen.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. Bij uitspraak van vandaag heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2.1.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H. Hanssen - Telman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. J. Dijkstra, griffier, en openbaar gemaakt door geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
Uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.NL25.7797