ECLI:NL:RBDHA:2025:5611

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 april 2025
Publicatiedatum
4 april 2025
Zaaknummer
NL25.4791
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag en overdracht aan Spanje in het kader van mensenhandel

In deze zaak heeft eiseres, een Guinese vrouw, op 30 oktober 2024 aangifte gedaan van mensenhandel, wat werd aangemerkt als een aanvraag voor een verblijfsvergunning op humanitaire gronden. Deze aanvraag werd op 31 oktober 2024 afgewezen. Op 7 november 2024 werd een overdrachtsbesluit genomen, waarbij eiseres aan Spanje zou worden overgedragen. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, maar de rechtbank verklaarde dit beroep op 2 december 2024 ongegrond. Op 19 november 2025 diende eiseres een nieuwe aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel in, maar deze werd door verweerder niet in behandeling genomen. De rechtbank behandelde de zaak op 20 maart 2025, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, maar verweerder was afwezig.

Eiseres stelt dat zij in Spanje geen bescherming zal krijgen, omdat zij daar ontvoerd en misbruikt is door een mensenhandelaar. Ze betwist de stelling van verweerder dat er voldoende tijd is geweest voor diagnose en behandeling door een psycholoog. De rechtbank oordeelt dat eiseres niet heeft aangetoond dat de overdracht aan Spanje een reëel risico op schending van haar mensenrechten met zich meebrengt. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin werd geoordeeld dat Spanje voldoet aan de minimumstandaarden voor bescherming tegen mensenhandel. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en verklaart het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk vanwege gebrek aan connexiteit. Er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummers: NL25.4791 (beroep) en NL25.4792 (voorlopige voorziening)

uitspraak van de enkelvoudige kamer en voorzieningenrechter in de zaak tussen

[eiseres] , V-nummer: [v-nummer] , eiseres/verzoekster (hierna: eiseres)

(gemachtigde: mr. M.L. Hoogendoorn),
en

de Minister van Asiel en Migratie, verweerder

Procesverloop

1. Eiseres heeft op 30 oktober 2024 aangifte gedaan van mensenhandel. Deze aangifte is aangemerkt als een aanvraag om een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd op tijdelijke humanitaire gronden. [1] Op 31 oktober 2024 is deze aanvraag afgewezen als ongegrond. Op 7 november 2024 heeft verweerder een overdrachtsbesluit genomen, inhoudende dat eiseres aan Spanje wordt overgedragen.
1.1.
Eiseres heeft op 14 november 2024 beroep ingesteld tegen het overdrachtsbesluit en op 2 december 2024 heeft de rechtbank dit beroep ongegrond verklaard.
1.2.
Op 19 november 2025 heeft eiseres aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Verweerder heeft de aanvraag met het bestreden besluit van 31 januari 2025 niet in behandeling genomen.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 20 maart 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres en H. de Man als tolk. Verweerder was met voorafgaande kennisgeving afwezig.

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaat de zaak over?
2. Eiseres stelt van Guinese nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedag] 2000. Verweerder heeft de asielaanvraag niet in behandeling genomen omdat Spanje verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling daarvan.
Wat vindt eiseres?
3. Eiseres is het niet eens met het bestreden besluit en voert daartoe het volgende aan. Eiseres kan zich niet verenigen met de stelling van verweerder dat er voldoende tijd is geweest voor diagnose en behandeling door een psycholoog. Eiseres heeft meerdere keren moeten verhuizen en de medische dienst van de locatie waar zij nu verblijft is niet in staat om binnen een korte periode psychische hulp te verlenen. Verder is aangevoerd dat eiseres in Spanje geen bescherming zal krijgen. Eiseres is in Spanje ontvoerd en misbruikt door een mensenhandelaar. Verder zijn er in Spanje geen geschikte opvanglocaties voor slachtoffers van mensenhandel, zo blijkt uit het AIDA-rapport. [2] Ook verwijst eiseres naar het Trafficking in Persons report 2024. [3] Eiseres doet daarom een beroep op het arrest CK. [4]
Wat is het oordeel van de rechtbank?
4. In Dublinzaken geldt het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Dit houdt in dat verweerder er als uitgangspunt op mag vertrouwen dat andere lidstaten zich houden aan hun verplichtingen uit het Unierecht en mensenrechtenverdragen. Van dit uitgangspunt wordt slechts afgeweken als eiser aannemelijk maakt dat het asiel- en opvangsysteem dusdanige tekortkomingen vertoont dat hij bij overdracht aan Spanje een reëel risico loopt op een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM of artikel 4 van het Handvest.
5. Naar het oordeel van de rechtbank is eiseres hierin niet geslaagd. De Afdeling [5] heeft in haar uitspraak van 27 juli 2023 [6] geoordeeld dat ten aanzien van Spanje kan worden uitgegaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Dit heeft de Afdeling in de uitspraak van 24 juni 2024 [7] nogmaals bevestigd. Dat uit het AIDA-rapport blijkt dat er geen gespecialiseerde opvang is voor slachtoffers van mensenhandel doet daar niet aan af. Niet is gebleken dat eiseres niet kan klagen bij de autoriteiten als de reguliere opvang tekortschiet.
5.1.
Ten aanzien van het Trafficking in Persons report 2024 overweegt de rechtbank dat het rapport ook vermeldt dat Spanje aan de minimumstandaarden met betrekking tot bescherming tegen mensenhandel voldoet. Spanje staat volgens het rapport in tier 1, de categorie met de hoogste mate van bescherming. De rechtbank ziet daarom in het rapport geen aanleiding om te oordelen dat verweerder niet meer van het interstatelijk vertrouwensbeginsel had mogen uitgaan. Verder is niet gebleken dat eiseres met haar vrees voor de mensenhandelaar niet bij de Spaanse autoriteiten terecht kan.
Arrest C.K.
6. Verder oordeelt de rechtbank dat verweerder ook in de medische situatie van eiseres geen aanleiding heeft hoeven zien om de asielaanvraag aan zich te trekken. Geenszins is onderbouwd dat overdracht van eiseres aan Spanje een reëel en bewezen risico op een aanzienlijke en onomkeerbare achteruitgang van haar gezondheidstoestand inhoudt. Dat eiseres steeds is overgeplaatst en de wachttijden in de geestelijke gezondheidszorg tegenwoordig langer zijn is ongelukkig, maar maakt het bovenstaande niet anders. Verweerder heeft verder terecht overwogen dat ervan mag worden uitgegaan dat in Spanje dezelfde behandelingsmogelijkheden beschikbaar zijn als in Nederland.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is ongegrond. Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt niet-ontvankelijk verklaard vanwege een gebrek aan connexiteit.
8. Voor een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J. Holleman, (voorzieningen)rechter, in aanwezigheid van mr. J.R. Froma, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen. Tegen de uitspraak op het verzoek om een voorlopige voorziening staat geen rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Artikel 3.48 Vreemdelingenbesluit 2000.
2.AIDA-rapport van mei 2024.
3.https://www.state.gov/reports/2024-trafficking-in-persons-report/spain/
4.HvJ EU 16 februari 2017, ECLI:EU:C:2017:127 (
5.Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
6.Zie de uitspraak van de Afdeling van 27 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2880.
7.Zie de uitspraak van de Afdeling van 24 juni 2024, ECLI:NL:RVS:2024:2548.