ECLI:NL:RBDHA:2025:5611
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Holleman
- J.R. Froma
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en overdracht aan Spanje in het kader van mensenhandel
In deze zaak heeft eiseres, een Guinese vrouw, op 30 oktober 2024 aangifte gedaan van mensenhandel, wat werd aangemerkt als een aanvraag voor een verblijfsvergunning op humanitaire gronden. Deze aanvraag werd op 31 oktober 2024 afgewezen. Op 7 november 2024 werd een overdrachtsbesluit genomen, waarbij eiseres aan Spanje zou worden overgedragen. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, maar de rechtbank verklaarde dit beroep op 2 december 2024 ongegrond. Op 19 november 2025 diende eiseres een nieuwe aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel in, maar deze werd door verweerder niet in behandeling genomen. De rechtbank behandelde de zaak op 20 maart 2025, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, maar verweerder was afwezig.
Eiseres stelt dat zij in Spanje geen bescherming zal krijgen, omdat zij daar ontvoerd en misbruikt is door een mensenhandelaar. Ze betwist de stelling van verweerder dat er voldoende tijd is geweest voor diagnose en behandeling door een psycholoog. De rechtbank oordeelt dat eiseres niet heeft aangetoond dat de overdracht aan Spanje een reëel risico op schending van haar mensenrechten met zich meebrengt. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin werd geoordeeld dat Spanje voldoet aan de minimumstandaarden voor bescherming tegen mensenhandel. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en verklaart het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk vanwege gebrek aan connexiteit. Er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.