ECLI:NL:RBDHA:2025:5613
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de afwijzing van een asielaanvraag van een Iraanse nationaliteit met betrekking tot politieke vervolging en gebrek aan medisch onderzoek
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser, een Iraanse nationaliteit, tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Eiser diende op 12 december 2023 een aanvraag in voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de Minister van Asiel en Migratie op 10 januari 2025 als kennelijk ongegrond werd afgewezen. De rechtbank behandelde het beroep op 20 maart 2025, waarbij eiser, zijn gemachtigde en een tolk aanwezig waren, terwijl de verweerder afwezig was.
Eiser stelt dat hij in Iran politiek vervolgd wordt vanwege zijn kritiek op de overheid en zijn protesten tegen het regime. Hij heeft meerdere aanvaringen gehad met de Iraanse geheime dienst, wat heeft geleid tot seksueel misbruik. De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van de asielaanvraag niet voldoende gemotiveerd is, vooral omdat verweerder niet is ingegaan op belangrijke elementen van eisers asielrelaas en het ontbreken van een medisch onderzoek door MediFirst, ondanks eisers verzoek hierom.
De rechtbank concludeert dat het besluit van de Minister in strijd is met artikel 3.109 van het Vreemdelingenbesluit 2000, en verklaart het beroep gegrond. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt de verweerder op binnen 8 weken een nieuw besluit te nemen. Tevens worden de proceskosten van eiser vergoed tot een bedrag van € 1.814,-.