Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoekster], verzoekster
de minister van Asiel en Migratie, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 4 april 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. F.J.M. Schonkeren, had tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 16 januari 2025, wees de asielaanvraag van verzoekster af als kennelijk ongegrond. In het kader van dit beroep verzocht verzoekster de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. Tijdens de zitting op dezelfde dag is in een andere zaak, met zaaknummer NL25.2293, uitspraak gedaan op het beroep van verzoekster. Gezien deze uitspraak was een voorlopige voorziening niet meer nodig, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.