ECLI:NL:RBDHA:2025:5717

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 februari 2025
Publicatiedatum
7 april 2025
Zaaknummer
C/09/679798
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing zorgmachtiging in het kader van de geestelijke gezondheidszorg

Op 19 februari 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de afwijzing van een zorgmachtiging. De zaak, geregistreerd onder nummer C/09/679798, betreft een verzoek van de officier van justitie om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden te verlenen aan een betrokkene, geboren in 1976 in Bangladesh. De rechtbank heeft de procedure gestart op basis van een verzoekschrift dat op 6 februari 2025 is ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling, die op dezelfde datum plaatsvond, zijn zowel de betrokkene als haar advocaat, mr. J.B. Peters, gehoord, evenals twee zorgprofessionals van Parnassia.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er eerder een machtiging was verleend die geldig was tot en met 28 februari 2025, en dat de betrokkene op dat moment verbleef bij Parnassia. Tijdens de zitting is gebleken dat de toestand van de betrokkene zodanig is verbeterd dat er geen sprake meer is van ernstig nadeel en dat zij zich niet verzet tegen de zorg. De betrokkene verblijft inmiddels weer op de open afdeling en accepteert de benodigde behandeling en medicatie. Hierdoor zijn er voldoende mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis.

Op basis van deze overwegingen heeft de rechtbank geconcludeerd dat niet voldaan is aan de criteria voor het verlenen van een zorgmachtiging. Het verzoek van de officier van justitie is dan ook afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven en openbaar uitgesproken op 19 februari 2025 door rechter mr. E.M.M. Engbers, in aanwezigheid van griffier mr. V.A.H. Schoorl, en is op schrift gesteld op 11 maart 2025. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/09/679798 / FA RK 25-880
Datum uitspraak: 19 februari 2025
Beschikking afwijzing zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1976 in [geboorteplaats] , Bangladesh,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [woonplaats] ,
advocaat mr. J.B. Peters te Zoetermeer.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 6 februari 2025.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op
19 februari 2025. Daarbij zijn gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
  • [naam 1] , als verpleegkundig specialist verbonden aan Parnassia;
  • [naam 2] , als begeleider verbonden aan Parnassia.

2.Wat vaststaat

2.1.
De rechtbank heeft een machtiging verleend tot en met 28 februari 2025. Betrokkene verblijft met deze machtiging bij Parnassia, afdeling LIB.

3.Het verzoek

3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden te verlenen.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank wijst de gevraagde machtiging af. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
4.2.
De rechtbank overweegt dat uit het behandelde ter zitting is gebleken dat het toestandsbeeld van betrokkene inmiddels zodanig is opgeknapt dat er geen sprake meer is van ernstig nadeel en dat betrokkene zich niet verzet tegen de zorg. Betrokkene verblijft sinds enkele maanden weer op de open afdeling en accepteert de nodige behandeling en medicatie, waardoor er voldoende mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis. Gelet op het voorgaande is niet voldaan aan de criteria voor een zorgmachtiging. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 19 februari 2025 door mr. E.M.M. Engbers, rechter, in aanwezigheid van mr. V.A.H. Schoorl, griffier en op schrift gesteld op 11 maart 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.