ECLI:NL:RBDHA:2025:5739

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 april 2025
Publicatiedatum
7 april 2025
Zaaknummer
NL25.3793
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • H. Hanssen - Telman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak

Op 7 april 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening in het bestuursrecht, specifiek het vreemdelingenrecht. De eiser, vertegenwoordigd door mr. M. Demirtas, had op 27 januari 2025 beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie, dat op 24 januari 2025 was genomen. Dit beroep was geregistreerd onder zaaknummer NL25.3792. Gelijktijdig met het beroep had de eiser verzocht om een voorlopige voorziening, zodat uitzetting zou worden opgeschort totdat er een beslissing op het beroep zou zijn genomen.

In de uitspraak van heden heeft de voorzieningenrechter het connexe beroep ongegrond verklaard. De voorzieningenrechter overweegt dat, op basis van artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een voorlopige voorziening kan worden getroffen indien er onverwijlde spoed is, gelet op de betrokken belangen. Aangezien het beroep met zaaknummer NL25.3792 ongegrond is verklaard, ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt dan ook afgewezen.

De uitspraak is gedaan door mr. H. Hanssen - Telman, in aanwezigheid van mr. P.C.J. Lindeijer, griffier, en is bekendgemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.3793

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , V-nummer: [nummer] , eiser

(gemachtigde: mr. M. Demirtas)
en

de minister van Asiel en Migratie, de minister

(gemachtigde: mr. P. Loijenga).

Inleiding

1. Bij beroepschrift van 27 januari 2025 heeft verzoeker beroep ingesteld bij de rechtbank tegen het besluit van de minister van 24 januari 2025. Dit beroep is geregistreerd onder zaaknummer NL25.3792.
2. Bij verzoekschrift van 27 januari 2025 heeft verzoeker de voorzieningenrechter verzocht de voorlopige voorziening te treffen dat uitzetting achterwege wordt gelaten tot op het beroep is beslist.
3. Bij uitspraak van heden is het connexe beroep ongegrond verklaard.

Overwegingen

4. Ingevolge artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank, bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
5. Aangezien het beroep met zaaknummer NL25.3792 bij uitspraak van heden ongegrond is verklaard, bestaat er geen aanleiding een voorlopige voorziening te treffen.
6. Het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening dient om die reden te worden afgewezen.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H. Hanssen - Telman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. P.C.J. Lindeijer, griffier, en bekend gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.