ECLI:NL:RBDHA:2025:5739
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H. Hanssen - Telman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak
Op 7 april 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening in het bestuursrecht, specifiek het vreemdelingenrecht. De eiser, vertegenwoordigd door mr. M. Demirtas, had op 27 januari 2025 beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie, dat op 24 januari 2025 was genomen. Dit beroep was geregistreerd onder zaaknummer NL25.3792. Gelijktijdig met het beroep had de eiser verzocht om een voorlopige voorziening, zodat uitzetting zou worden opgeschort totdat er een beslissing op het beroep zou zijn genomen.
In de uitspraak van heden heeft de voorzieningenrechter het connexe beroep ongegrond verklaard. De voorzieningenrechter overweegt dat, op basis van artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een voorlopige voorziening kan worden getroffen indien er onverwijlde spoed is, gelet op de betrokken belangen. Aangezien het beroep met zaaknummer NL25.3792 ongegrond is verklaard, ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt dan ook afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. H. Hanssen - Telman, in aanwezigheid van mr. P.C.J. Lindeijer, griffier, en is bekendgemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.