ECLI:NL:RBDHA:2025:5837

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 maart 2025
Publicatiedatum
9 april 2025
Zaaknummer
C/09/679425 / KG ZA 25-92
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot tussenkomst in kort geding inzake zorgovereenkomsten en tarieven

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag op 17 maart 2025, hebben de eiseressen, Voetzorg Noord-Holland B.V. en andere voetzorgaanbieders, een kort geding aangespannen tegen Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. en andere zorgverzekeraars. De eiseressen vorderen onder andere een verhoging van de tarieven voor 2025 en een correctie op basis van door hen voorgestane indexatiemethodes. Daarnaast vorderen zij dat de betaalbaarheidsafslag van 1% die Zilveren Kruis hanteert, wordt geschrapt.

Orthopedie c.s., een groep van andere zorgaanbieders, hebben verzocht om tussenkomst in deze procedure, omdat zij ook contracten hebben met Zilveren Kruis en vrezen dat hun belangen niet voldoende worden behartigd. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat de vorderingen van Orthopedie c.s. tot tussenkomst niet toewijsbaar zijn. Dit is voornamelijk gebaseerd op de goede procesorde; de zaak is al omvangrijk en complex, en het toestaan van de tussenkomst zou de procedure verder compliceren en vertragen.

De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van Orthopedie c.s. afgewezen en hen veroordeeld in de kosten van het geding. De kosten aan de zijde van Zilveren Kruis zijn vastgesteld op € 697,--. De uitspraak is gedaan in het openbaar en de kostenveroordeling is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Team handel - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: C/09/679425 / KG ZA 25-92
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak in incident in kort geding ter zitting van 17 maart 2025
in de zaak van

1.VOETZORG NOORD-HOLLAND B.V.te Waarland, gemeente Schagen;

2.
[eiseres, sub 2] B.V.te [vestigingsplaats 1] ,
3.
[eiseres, sub 3] B.V.te [vestigingsplaats 2] ,
4.
[eiseres, sub 4] B.V.te [vestigingsplaats 3] , gemeente [gemeente 1] ,
5.
[eiseres, sub 5] B.V.te [vestigingsplaats 4] ,
6.
[eiseres, sub 6] B.V.te [vestigingsplaats 5] ( [provincie] ),
7.
[eiseres, sub 7] B.V.te [vestigingsplaats 5] ( [provincie] ),
8.
[eiseres, sub 8] B.V.te [vestigingsplaats 6] ,
9.
[eiseres, sub 9] B.V.te [vestigingsplaats 7] ,
10.
[eiseres, sub 10] B.V.te [vestigingsplaats 8] , gemeente [gemeente 2] ,
11.
[eiseres, sub 11] B.V.te [vestigingsplaats 9] , gemeente [gemeente 3] ,
eiseressen,
advocaten mr. S. Donkelaar, mr K. Mous en mr. M. Jonkers te Arnhem,
tegen:

1.ZILVEREN KRUIS ZORGVERZEKERINGEN N.V.te Leiden,

2.
INTERPOLIS ZORGVERZEKERINGEN N.V.te Leiden,
3.
FBTO ZORGVERZEKERINGEN N.V.te Leeuwarden,
4.
DE FRIESLAND ZORGVERZEKERAAR N.V.te Leeuwarden,
5.
ACHMEA ZORGVERZEKERINGEN N.V.te Leiden,
gedaagden,
advocaten mr. B. Megens, mr. H. Zourakhti en mr. B.D. van der Ven te Rotterdam.
en

1.[bedrijfsnaam 1] B.V.te [vestigingsplaats 10] ,

2.
[bedrijfsnaam 2] B.V.te [vestigingsplaats 11] ,
3.
[bedrijfsnaam 3] B.V.te [vestigingsplaats 12] ,
4.
[bedrijfsnaam 4] B.V.te [vestigingsplaats 13] ,
5.
[bedrijfsnaam 5] B.V.te [vestigingsplaats 14] ,
6.
[bedrijfsnaam 6] B.V.te [vestigingsplaats 15] ,
7.
[bedrijfsnaam 7] B.V.te [vestigingsplaats 16] ,
8.
[bedrijfsnaam 8] B.V.te [vestigingsplaats 17] ,
9.
[bedrijfsnaam 9] B.V.te [vestigingsplaats 18] ,
10.
[bedrijfsnaam 10] B.V.te [vestigingsplaats 19] ,
11.
[bedrijfsnaam 11] B.V.te [vestigingsplaats 20] ,
12.
[bedrijfsnaam 12] B.V.te [vestigingsplaats 21] ,
13.
[bedrijfsnaam 13] B.V.te [vestigingsplaats 22] ,
14.
[bedrijfsnaam 14] B.V.te [vestigingsplaats 23] ,
advocaten mr. D.W.L.A. Schrijvershof, mr. A.J.H. Kingma en mr. S.A. Stolk te Amsterdam.
Partijen worden hierna respectievelijk aangeduid als ‘Voetzorg c.s.’, ‘Zilveren Kruis’ en ‘Orthopedie c.s.’.
Aanwezig is mr. H.J. Vetter, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. F.J. Streng, griffier.
Tevens zijn aanwezig:
- zeven vertegenwoordigers namens Voetzorg c.s., vergezeld van mr. S. Donkelaar, mr K. Mous en mr. M. Jonkers;
- vier vertegenwoordigers van Zilveren Kruis, vergezeld van mr. B. Megens, mr. H. Zourakhti en mr. B.D. van der Ven;
- zeven vertegenwoordigers namens Orthopedie c.s., vergezeld van mr. D.W.L.A. Schrijvershof, mr. A.J.H. Kingma en mr. S.A. Stolk.
Nadat partijen hun standpunten hebben toegelicht, over en weer hebben gereageerd op de standpunten van de wederpartij en vragen van de voorzieningenrechter hebben beantwoord, heeft de voorzieningenrechter de zitting voor korte tijd geschorst. Na hervatting van de zitting heeft de voorzieningenrechter met toepassing van artikel 29a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) mondeling uitspraak gedaan. Deze luidt als volgt.

1.De gronden van de beslissing

1.1.
In de hoofdzaak gaat het, kort samengevat, om het volgende. Voetzorg c.s. zijn aanbieders van voetzorg en zij maken en leveren orthopedisch schoeisel. Zij hebben zorgovereenkomsten gesloten met Zilveren Kruis. Voetzorg c.s. stellen dat de tarieven die Zilveren Kruis voor het jaar 2025 heeft aangeboden niet reëel zijn. Daarom vorderen zij, kort samengevat, een gebod voor Zilveren Kruis om (i) de tarieven vanaf 1 januari 2025 te verhogen en te corrigeren op de door Voetzorg c.s. voorgestane wijze en om in haar inkoopbeleid voor 2026 te bepalen dat de tarieven van 2025 conform de door Voetzorg c.s. genoemde indexatiemethodes zullen worden geïndexeerd en gecorrigeerd, althans een gebod om (ii) de tarieven voor 2025 en de tarieven in het contractaanbod van 2026 deugdelijk te onderbouwen. Daarnaast vorderen Voetzorg c.s. dat (iii) de betaalbaarheidsafslag van 1% die Zilveren Kruis in 2025 hanteert wordt geschrapt.
1.2.
Orthopedie c.s. vorderen te mogen tussenkomen in de procedure tussen Voetzorg c.s. en Zilveren Kruis althans zich te mogen voegen aan de zijde van Voetzorg c.s. Volgens Orthopedie c.s. hebben zij belang bij tussenkomst althans voeging, omdat zij – net als Voetzorg c.s. – contracten hebben met Zilveren Kruis. Toewijzing van de vorderingen van Voetzorg c.s. leidt niet tot een titel voor Orthopedie c.s. om verhoogde tarieven af te dwingen tegenover Zilveren Kruis, aldus Orthopedie c.s. Orthopedie c.s. hebben daarom belang bij het zelfstandig kunnen formuleren van een vordering. Ook is het volgens Orthopedie c.s. niet uitgesloten dat haar belangen van die van Voetzorg c.s. (zullen) verschillen. Orthopedie c.s. wensen daarom ook de mogelijkheid te hebben om andere argumenten aan te voeren en eventueel andere vorderingen in te stellen dat Voetzorg c.s. Tot slot stellen Orthopedie c.s. dat zij belang hebben bij de mogelijkheid om in voorkomend geval zelfstandig in hoger beroep te gaan.
1.3.
Orthopedie c.s. hebben, voor het geval zij tot het geding worden toegelaten, diverse vorderingen geformuleerd.
1.4.
Zilveren Kruis heeft verweer gevoerd tegen de gevorderde tussenkomst althans voeging. Voetzorg c.s. hebben zich gerefereerd aan het oordeel van de voorzieningenrechter.
1.5.
De vorderingen van Orthopedie c.s. tot voeging althans tussenkomst zijn niet toewijsbaar. Daartoe is het volgende redengevend.
1.6.
Voeging en tussenkomst zijn vormen van interventie, vrijwillige deelname aan het geding door een derde. Op de voet van art. 217 Rv kan ieder die een belang heeft bij een tussen andere partijen aanhangig geding, vorderen zich daarin te mogen voegen. Voor het aannemen van een zodanig belang is voldoende dat de partij die voeging vordert nadelige gevolgen kan ondervinden van een uitkomst van de procedure die ongunstig is voor de partij aan wier zijde zij zich voegt. Indien aan deze eis is voldaan en de incidentele vordering tot voeging volgens art. 218 Rv tijdig is ingesteld, is die vordering in beginsel toewijsbaar.
Bij tussenkomst wil de partij een eigen vordering instellen tegen (een van) de andere partijen. Er moet sprake zijn van voldoende belang om zich te mengen in het aanhangige geding. Dat belang kan erin bestaan dat in verband met de gevolgen die de uitspraak in de hoofdzaak kan hebben, benadeling of verlies van recht van de tussenkomende partij dreigt, dan wel diens positie anderszins kan worden benadeeld. Aan de toewijsbaarheid van een vordering tot tussenkomst kunnen niettemin de eisen van een goede procesorde in de weg staan.
1.7.
De vraag of Orthopedie c.s. voldoende belang heeft bij interventie kan in het midden blijven, omdat de goede procesorde er in dit geval aan in de weg staat om de interventie toe te staan. Het kort geding is ingeleid met een uitvoerige dagvaarding van 108 pagina’s en in totaal 116 producties. Zilveren Kruis heeft zich als gedaagde aldus te verweren in een omvangrijke zaak, die overigens ook complexe materie betreft. Orthopedie c.s. hebben slechts negen dagen voor het moment dat Zilveren Kruis haar conclusie van antwoord zou moeten indienen een – eveneens uitvoerige – conclusie tot voeging althans tussenkomst, met een uitvoerig inhoudelijk betoog, ingediend van 50 pagina’s met daarbij in totaal 53 producties. Het toestaan van de gevorderde tussenkomst althans voeging zou een aanzienlijke toename in de omvang van het kort geding tot gevolg hebben. Daarbij dreigen hoor en wederhoor in de knel te komen, zoals Zilveren Kruis terecht aanvoert. De aanzienlijke uitbreiding van het geding bij toelating van Orthopedie c.s. compliceert bovendien de voortvarende beoordeling van het geschil. Dit alles leidt ertoe dat wegens schending van de goede procesorde de vordering in het incident strandt. Voor de omstandigheid dat Orthopedie c.s. hebben geaarzeld of ze wel (ook) in rechte zouden willen ageren tegen Zilveren Kruis is vanzelfsprekend begrip op te brengen, maar dat niet af aan de zojuist gesignaleerde bezwaren.
1.8.
Orthopedie c.s. worden, als de in het ongelijk gestelde partijen, veroordeeld in de kosten van dit geding. Die kosten (advocaatkosten) worden aan de zijde van Voetzorg c.s. begroot op nihil en aan de zijde van Zilveren Kruis op € 697,--.
1.9.
De door Zilveren Kruis gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

2.De beslissing

De voorzieningenrechter:
2.1.
wijst de vorderingen van Orthopedie c.s. af;
2.2.
veroordeelt Orthopedie c.s. in de kosten van dit geding, tot dusverre aan de zijde van Voetzorg c.s. begroot op nihil en aan de zijde van Zilveren Kruis begroot op € 697,--;
2.3.
veroordeelt Orthopedie c.s. in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek over de aan Zilveren Kruis verschuldigde proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan;
2.4.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Vetter en in het openbaar uitgesproken op 17 maart 2025.
WAARVAN PROCES-VERBAAL,
…………………………………. …………………………………
mr. F.J. Streng mr. H.J. Vetter