ECLI:NL:RBDHA:2025:5854

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 april 2025
Publicatiedatum
9 april 2025
Zaaknummer
NL25.5840, NL25.5842 en NL25.5844
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid van België

Op 8 april 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarbij verzoekers, vertegenwoordigd door mr. E. Yilmaz, een voorlopige voorziening vroegen in verband met hun asielaanvragen. De verzoekers, die gezamenlijk zijn aangeduid met de zaaknummers NL25.5840, NL25.5842 en NL25.5844, hadden beroep ingesteld tegen besluiten van de minister van Asiel en Migratie, die hun aanvragen niet in behandeling had genomen op grond van de verantwoordelijkheid van België voor de behandeling van deze aanvragen. De verzoekers stelden dat hun asielaanvragen niet correct waren afgehandeld en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.

De voorzieningenrechter heeft de zaak zonder zitting behandeld, op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In de overwegingen van de uitspraak werd opgemerkt dat er eerder op dezelfde dag uitspraak was gedaan in andere zaken (NL25.5839, NL25.5841 en NL25.5843) die verband hielden met de asielaanvragen van de verzoekers. Aangezien er inmiddels een uitspraak was gedaan op de beroepen, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft daarom de verzoeken om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummers: NL25.5840, NL25.5842 en NL25.5844

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoekster 1] , verzoekster I, V-nummer: [V-nummer 1] ,

[verzoeker] , verzoeker, V-nummer: [V-nummer 2] ,

[verzoekster 2] , verzoekster II, V-nummer: [V-nummer 3] ,

hierna gezamenlijk te noemen: verzoekers,
(gemachtigde: mr. E. Yilmaz),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij afzonderlijke besluiten van 6 februari 2025 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de asielaanvragen van verzoekers niet in behandeling genomen, omdat België verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet uitspraak zonder zitting op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL25.5839, NL25.5841 en NL25.5843, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan op 8 april 2024 door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S. Mohandes, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.