8.De beslissing
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan, zoals hierboven onder 3.5 bewezen is verklaard en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander wordt gedood;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot:
een
taakstrafvoor de tijd van
180 (HONDERDTACHTIG) UREN;
beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de tijd van
90 (NEGENTIG) DAGEN;
veroordeelt de verdachte voorts tot:
een
ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor 12 (TWAALF) maanden;
bepaalt dat een gedeelte van deze bijkomende straf, groot
10 (TIEN) maanden,niet zal worden ten uitvoer gelegd, zulks onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op
2 (TWEE) jarenvastgestelde
proeftijdniet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Dit vonnis is gewezen door
mr. I.K. Spros, voorzitter,
mr. B.A. Sturm, rechter,
mr. Y.H.M. de Groot, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. L.A. Duijm, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 10 april 2025.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2022370996, van de politie eenheid Den Haag, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 72).
1. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 8 maart 2023, voor zover inhoudende (p. 2-4):
Datum : 10 december 2022
Omstreeks: 18:02 uur
Adres: Prinses Beatrixlaan
Postcode en plaats: 2613 AX Delft
Betrokkene 1: [slachtoffer] , ten gevolge van het ongeval is hij overleden.
Betrokkene 2: [verdachte] , geboren [geboortedatum] 1998.
Be 2 [verdachte] reed als bestuurder van zijn personenauto over de Prinses Beatrixlaan te Delft. Be 2 reed vanaf de kruising met de de Ruys de Beerenbrouckstraat in de richting van van de rijksweg A4. Be 2 verklaarde ter plaatse sportief weg gereden te zijn met groenlicht op de hierboven genoemde kruising.
Be 1 reed als bestuurder op zijn fiets op het fietspad gelegen langs de Beatrixlaan. Be 1 kwam uit de richting van Rijswijk en reed in de richting van Delft. Bij de kruising met de Alexander Flemmingstraat stak be 1 de Prinses Beatrixlaan over. Op het moment dat be 1 de Prinses Beatrixlaan overstak reed be 2 ook deze kruising op. Ten gevolge van deze confrontatie is be 1 ter plaatse komen te overlijden.
Uit onderzoek is gebleken dat be 1 het voor hem bedoelde rode verkeerslicht in zijn rijrichting heeft genegeerd.
Uit onderzoek is gebleken dat be 2 voor genoemde kruising de ter plaatse toegestane maximum snelheid heeft overschreden.
2. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 21 januari 2023, voor zover inhoudende (p. 36, 38-39):
Ter plaatse (
de rechtbank begrijpt: op de kruising van de Prinses Beatrixlaan met de Alexander Fleminglaan) gold een maximumsnelheid voor motorvoertuigen van 50 km/h, als bedoeld in artikel 20 onder a RVV 1990.
De Gazelle verkeerde rijtechnisch in een voldoende staat van onderhoud, en vertoonde geen gebreken en/of bijzonderheden, welke mogelijk van invloed zijn geweest op het ontstaan, dan wel het verloop van het ongeval. De voor en achterband van de Gazelle waren voorzien van reflectie. De koplamp verlichting bestond uit een brandend knoopcel batterij lampje.
De Volkswagen reed over de Prinses Beatrixlaan in de richting van Rijswijk / Rijksweg A4. De Volkswagen reed op het moment van confrontatie met de Gazelle over de linker rijstrook. De Gazelle reed over het parallel aan de rijbaan gelegen fiets- bromfietspad. Gekomen na de oversteek met de Alexander Fleminglaan, sloeg de Gazelle linksaf om vervolgens de rijbaan van de Prinses Beatrixlaan over te steken. Zonder gebruik te maken van de aanvraag drukknop van de verkeersregelinstallatie reed de Gazelle de rijbaan op richting de overzijde. Gekomen op de rijstrook gelegen aan de middenberm, werd de Gazelle door de rechter voorzijde van de Volkswagen aangereden. De bestuurder van de Gazelle kwam na het verkeersongeval ter plaatse te overlijden.
Uit onderzoek van de verkregen verkeersregelinstallatie data bleek dat de Volkswagen voor de kruising over de rechter rijstrook reed en een snelheid had gereden welke lag tussen de 80 km/h en 86 km/h. De Volkswagen was voor de plaats confrontatie kennelijk van rijstrook gewisseld. De bestuurder van de Volkswagen had voor de plaats confrontatie de mogelijkheid om de snelheid van het voertuig te verminderen.
Uit de analyse van het faselog bleek dat de bestuurder van de personenauto, op 10 december 2022, de stopstreep was gepasseerd, terwijl de voor hem geldende verkeerslichten groen licht uitstraalden.
De bestuurder van de fiets was op zaterdag 10 december 2022, de stopstreep gepasseerd, terwijl het voor hem geldende verkeerslicht minimaal 3 minuten en 55 seconden rood licht uitstraalde. Voorafgaand aan het verkeersongeval had de bestuurder van de fiets de drukknop niet bediend.
3. Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] , opgemaakt op 10 december 2022, voor zover inhoudende (p. 14-15):
Op 10 december 2022, omstreeks 18:00 uur, bevond ik mij op de Prinses Beatrixlaan ter hoogte van de kruising Ruys de Beerenbrouckstraat te Delft. Ik bevond mij op dat moment op de linker rijstrook. Rechts van mij stond eveneens een voertuig te wachten voor het rood uitstralende verkeerslicht. Mijn aandacht werd naar dit voertuig getrokken, omdat ik steeds het geluid van hoge toeren van een automotor hoorde. Ik hoorde namelijk dat kennelijk de bestuurder naast mij herhaaldelijk gas gaf. Op enig moment zag ik dat het verkeerslicht van rood uitstralend licht veranderde naar groen uitstralend licht. Ik reed hierop weg, echter ik merkte dat het voertuig rechts naast mij, met een veel grotere snelheid weg reed. Dit is dus eigenlijk doordat ik zag dat de onderlinge afstand snel groter werd, dit terwijl ik gewoon normaal weg reed. De aanrijding vond plaats ter hoogte van de volgende kruising, namelijk de Prinses Beatrixlaan met de afslag naar de DSM. Ik bevond mij ongeveer in het midden van beide kruisingen toen ik zag dat het andere voertuig bij de kruising van de Prinses Beatrixlaan met de afslag DSM was. Vanaf dat moment is mijn aandacht van de snel wegrijdende auto verlegd naar een fietser die ik ineens zag op de kruising Prinses Beatrixlaan met de afslag naar DSM. Ten tijde dat ik de fietser zag, was ik alert en voorzag ik de aanrijding al.
4. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 10 december 2022, voor zover inhoudende (p. 21):
Ik, verbalisant [verbalisant] , verklaar het volgende:
Op 10 december 2022 ging ik in gesprek met [getuige 1] . [getuige 1] was getuige
van de aanrijding en ik hoorde dat hij het volgende aan mij verklaarde:
“Ik stond voor de stoplichten op de Prinses Beatrixlaan bij het kruispunt met de van
Foreestweg. De rode auto voor mij was de eerste in de rij. Wat mij enorm opviel
was het geluid wat de auto voor mij produceerde. Ik hoorde dat de bestuurder
van die auto de hele tijd gas gaf. Ik hoorde de uitlaat behoorlijk hard gaan. Bij
groen licht trok de bestuurder van die auto sportief op en liep uit. Ik had het idee dat
hij ongeveer 80 kilometer per uur reed. Ik zag ook dat het volgende stoplicht ook groen was en hij doorreed met deze snelheid. ”
5. Een geschrift, te weten een schouwverslag, opgemaakt door forensisch arts F.A. Nijkamp op 10 december 2022, voor zover inhoudende (p. 23-25):
Cliënt: [slachtoffer]
Datum schouw: 10-12-2022 18:50 uur
Alles overziend concludeer ik een niet-natuurlijke dood t.g.v. een noodlottig en
fataal verkeersongeval. Dhr is daarbij (als fietser) in botsing gekomen met een
rijdende auto. Dhr. is (zeer waarschijnlijk) overleden t.g.v. zeer ernstig en fataal
schedel-hersenletsel en thoracaal letsel t.g.v. stomp, botsend geweld.
6. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 27 maart 2025, voor zover inhoudende:
Ik stond voor het stoplicht. Wij gingen optrekken. Ik wilde naar de linkerbaan zodat ik bij het stoplicht de wijk in kon. Ik stond op de rechterbaan. Ik trok stevig op, zodat ik voorbij de auto kon komen. De afstand tussen het optrekken bij het stoplicht en het ongeval is ongeveer 250 of 200 meter. Het moment dat ik opkeek van mijn manoeuvre was het slachtoffer al daar. Ik heb hem eerder niet gezien. Ik heb nog een seconde geprobeerd om te remmen en weg te sturen, maar dat mocht niet baten. Ik heb die weg al duizend keer gereden, het gaat op gevoel. Ik ken de plek.