ECLI:NL:RBDHA:2025:5913
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling minister tot betaling van proceskosten na intrekking beroep inzake mvv aanvraag
In deze uitspraak van 9 april 2025 beoordeelt de Rechtbank Den Haag het verzoek van een verzoeker om de minister van Asiel en Migratie te veroordelen in de proceskosten. Dit verzoek volgde op de intrekking van zijn beroep, dat was ingediend tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor zijn echtgenote en twee kinderen, ingediend op 18 maart 2024. De minister heeft op 19 maart 2025 alsnog op deze aanvraag beslist, waarna de verzoeker zijn beroep heeft ingetrokken.
De rechtbank heeft zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenveroordeling. De rechtbank oordeelt dat de minister geheel tegemoet is gekomen aan de verzoeker door alsnog een besluit te nemen. De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe en kent een vergoeding van € 453,50 toe aan de verzoeker. Dit bedrag is berekend op basis van 1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde per punt van € 907,= en een wegingsfactor van 0,5, omdat het beroep enkel betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit.
Daarnaast wijst de rechtbank erop dat de minister verplicht is het door verzoeker betaalde griffierecht te vergoeden, waarvoor verzoeker zich tot de minister moet wenden. De uitspraak is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de Rechtspraak.