ECLI:NL:RBDHA:2025:5963
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het terugkeerbesluit en inreisverbod van een asielzoeker die buiten de EU verbleef
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 10 april 2025, wordt het beroep van eiser tegen een terugkeerbesluit en inreisverbod beoordeeld. Eiser, die van Jemenitische nationaliteit is, had op 14 oktober 2024 een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel ingediend. Echter, op 20 november 2024 verliet hij Nederland en bevond zich op het moment van de besluitvorming in Engeland. De rechtbank behandelt de zaak na een zitting op 20 maart 2025, waarbij de gemachtigde van eiser aanwezig was, maar de gemachtigde van verweerder niet. De rechtbank concludeert dat het terugkeerbesluit en het inreisverbod onterecht zijn opgelegd, omdat eiser zich op het moment van de besluitvorming niet op het grondgebied van Nederland of de EU bevond. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en oordeelt dat eiser recht heeft op een proceskostenvergoeding van € 1.814,-. De uitspraak benadrukt dat een terugkeerbesluit alleen kan worden opgelegd aan iemand die zich op het grondgebied van de lidstaten bevindt, in overeenstemming met de Terugkeerrichtlijn.