ECLI:NL:RBDHA:2025:5986

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 april 2025
Publicatiedatum
10 april 2025
Zaaknummer
C/09/681280 / FT RK 25/224
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) wegens onvoldoende inspanning en arbeidsongeschiktheid

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 10 april 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) van de verzoeker, die zich in een problematische schuldensituatie bevindt. De verzoeker heeft aangegeven (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt te zijn, maar de rechtbank heeft op basis van medische rapporten geconcludeerd dat hij arbeidsgeschikt is. Tijdens de zitting op 3 april 2025 is gebleken dat de verzoeker niet heeft gesolliciteerd naar werk en onvoldoende bereidheid heeft getoond om zich in te spannen voor het vinden van een baan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker niet voldoet aan de voorwaarden voor toelating tot de WSNP, met name de inspanningsverplichting. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen en opgemerkt dat de verzoeker in de toekomst een nieuw verzoek kan indienen, mits hij kan aantonen dat hij solliciteert of dat hij arbeidsongeschikt is met medische onderbouwing.

De rechtbank heeft de beslissing in het openbaar uitgesproken en benadrukt dat de verzoeker binnen acht dagen na de uitspraak hoger beroep kan instellen indien hij het niet eens is met de beslissing. De uitspraak is gedaan door mr. R. Cats, rechter, in samenwerking met C. Groesbeek, griffier.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANKDEN HAAG
Team Insolventies
rekestnummer: C/09/681280 / FT RK 25/224
uitspraakdatum: 10 april 2025
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna: [verzoeker] .
Waar deze zaak over gaat
[verzoeker] bevindt zich in een problematische schuldensituatie. Om tot een oplossing voor de schulden te komen heeft [verzoeker] een verzoek gedaan te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). Dit verzoek wordt afgewezen. De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist. Eerst volgt een overzicht van de procedure.

1.De procedure

1.1.
[verzoeker] heeft een verzoek ingediend om te worden toegelaten tot de WSNP, waarbij is verzocht om de ingangsdatum van de termijn van de schuldsanering eerder in te laten gaan.
1.2.
Het verzoek is behandeld op de zitting van 3 april 2025. Op de zitting verschenen:
- [verzoeker] ,
- mevrouw Z. Karabulut en mevrouw Z. Karabulut van beschermings-bewindvoerder Saulute B.V.
1.3.
De uitspraak is bepaald op vandaag.

2.De beoordeling van het verzoek

2.1.
[verzoeker] kan alleen worden toegelaten tot de WSNP als hij aan de daarvoor geldende voorwaarden voldoet. Die voorwaarden zijn dat aannemelijk moet zijn dat [verzoeker] in een problematische schuldensituatie verkeert, dat hij in de afgelopen drie jaar te goeder trouw is geweest ten aanzien van het ontstaan en het onbetaald laten van de schulden, en dat aannemelijk is dat [verzoeker] de verplichtingen van de WSNP zal nakomen.
2.2.
De rechtbank is van oordeel dat niet aannemelijk is dat [verzoeker] de verplichtingen van de WSNP, met name de inspanningsverplichting, zal nakomen.
2.3.
Tijdens de zitting is door [verzoeker] verklaard dat hij sinds 2023 een Participatiewet-uitkering ontvangt en dat hij niet solliciteert of heeft gesolliciteerd naar werk. Hij acht zichzelf (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt vanwege een al 10 jaar bestaande blessure.
2.4.
[verzoeker] is medisch gekeurd ter vaststelling van zijn arbeids(on)geschiktheid. Salude heeft op 20 mei 2024 een Rapportage Medisch Advies uitgebracht. Hieruit volgt – samengevat – dat [verzoeker] , rekening houdende met zijn beperkingen, in staat wordt geacht tot het verrichten van passende werkzaamheden en dat medisch gezien geen sprake is van een urenbeperking. Dit betekent dat de inspanningsverplichting voor [verzoeker] inhoudt dat hij ten minste 36 uur per week moet werken of (aanvullend) moet solliciteren naar werk gedurende ten minste 36 uur per week.
2.5.
Hoewel [verzoeker] tijdens het schuldhulpverleningstraject keer op keer is gewezen op zijn verplichting om te solliciteren naar werk, heeft hij dat niet gedaan. Volgens [verzoeker] heeft dat geen zin als hij een baan niet kan behouden als gevolg van zijn lichamelijke beperkingen. Ook heeft [verzoeker] te kennen gegeven dat hij een WIA-uitkering wil aanvragen en op de vraag hoe hij de toekomst ziet, kon hij geen duidelijk antwoord geven.
2.6.
Gezien het vorenstaande gaat de rechtbank er van uit dat [verzoeker] arbeidsgeschikt is. Hij heeft echter niet gesolliciteerd en onvoldoende is gebleken dat hij bereid is zich in te spannen om werk te vinden en te behouden. De rechtbank is daarom van oordeel dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat [verzoeker] de uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen – en in het bijzonder de inspanningsplicht – naar behoren zal (kunnen en willen) nakomen en zich zal inspannen zoveel mogelijk baten voor de boedel te verwerven. De rechtbank zal om die reden het WSNP-verzoek afwijzen.
2.7.
De rechtbank merkt nog op dat [verzoeker] een nieuw WSNP-verzoek kan doen. Hij zal dan wel de door hem gestelde arbeidsongeschikt met medische stukken moeten onderbouwen of moeten aantonen dat hij al enige tijd solliciteert naar een betaalde baan, dan wel erin is geslaagd betaald werk te vinden.

3.De beslissing

De rechtbank:
- wijst het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling van [verzoeker] af.
Dit is een beslissing van mr. R. Cats, rechter, in samenwerking met C. Groesbeek, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 10 april 2025.
Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?
Tegen deze uitspraak kan degene die dat volgens de Faillissementswet mag gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak hoger beroep instellen. Dat kan door een advocaat een verzoekschrift in te laten dienen bij de griffie van het gerechtshof in Den Haag.