In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eisers tegen het niet tijdig beslissen op de aanvraag van 21 maart 2024 om een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor verblijf als familie- of gezinslid bij [naam] (referent) in het kader van nareis. De rechtbank doet uitspraak zonder zitting. Eisers hebben op 8 november 2024 een eerste beroep (NL24.44082) tegen het niet tijdig beslissen op de aanvraag ingediend. Vervolgens hebben eisers een tweede beroep (NL24.45751) tegen het niet tijdig beslissen op dezelfde aanvraag ingediend. Bij uitspraak van 14 maart 2025 heeft deze rechtbank, zittingsplaats Amsterdam, uitspraak gedaan in het tweede beroep (NL24.45751). De rechtbank dient ambtshalve te beoordelen of eisers procesbelang hebben bij een beoordeling van hun eerste beroep. Naar het oordeel van de rechtbank ontbreekt dit procesbelang. Er is door deze rechtbank, zittingsplaats Amsterdam, immers al beslist op het beroep tegen het niet tijdig beslissen op de aanvraag van eisers. Aangezien de rechtbank niet twee keer kan beslissen op een beroep gericht tegen hetzelfde niet tijdig nemen van een besluit dat hetzelfde doel dient, namelijk het verzoek tot het opleggen van een beslistermijn aan de minister, hebben eisers geen belang bij hun eerste beroep. Ten overvloede merkt de rechtbank op dat eisers geen nieuwe feiten en omstandigheden, dan wel een relevante wijziging van recht aan dit beroep ten grondslag hebben gelegd. Het beroep van eisers tegen het niet tijdig nemen van een besluit is kennelijk niet-ontvankelijk. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.