ECLI:NL:RBDHA:2025:6406
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep tegen het niet tijdig beslissen op een asielaanvraag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 12 november 2023 behandeld. De rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig is en heeft het onderzoek gesloten zonder behandeling op een zitting. De rechtbank oordeelt dat het beroep niet-ontvankelijk is omdat de ingebrekestelling prematuur is ingediend. De wettelijke beslistermijn van zes maanden, die eindigde op 12 mei 2024, is verlengd met negen maanden op basis van artikel 42, vierde lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Hierdoor eindigt de beslistermijn op 12 februari 2025. De rechtbank heeft eerder in een andere uitspraak geoordeeld dat de minister voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake was van een situatie die een verlenging van de beslistermijn rechtvaardigt. Aangezien de ingebrekestelling op 11 februari 2025 is ingediend, is het beroep niet ontvankelijk, omdat het niet voldoet aan de vereisten van artikel 6:12, tweede lid, van de Awb. De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en verklaart het beroep niet-ontvankelijk.