ECLI:NL:RBDHA:2025:6428

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 april 2025
Publicatiedatum
16 april 2025
Zaaknummer
NL25.6572
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • L.J. van der Veen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 16 april 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een Nigeriaanse verzoekster, die samen met haar minderjarige kinderen asiel heeft aangevraagd. De aanvraag werd op 6 februari 2025 door de Minister van Asiel en Migratie afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 7 april 2025, waarbij zowel de verzoekster en haar gemachtigde als de gemachtigde van de minister aanwezig waren, evenals een tolk. Tijdens de zitting is het beroep behandeld, en op dezelfde dag is er ook uitspraak gedaan in een gerelateerde zaak (NL25.6571). De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, aangezien er al een uitspraak is gedaan op het beroep. Het verzoek om voorlopige voorziening is daarom afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. L.J. van der Veen, in aanwezigheid van mr. F. Aissa, griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.6572

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , verzoekster,

geboren op [geboortedatum] ,
van Nigeriaanse nationaliteit,
V-nummer: [nummer 1] ,
Mede namens haar minderjarige kinderen:

[naam]

geboren op [geboortedatum] ,
van Nigeriaanse nationaliteit,
V-nummer: [nummer 2] ,

[naam] ,

Geboren op [geboortedatum] ,
Van Nigeriaanse nationaliteit,
V-nummer: [nummer 3] ,
(gemachtigde: mr. T. Bruinsma)
en

de Minister van Asiel en Migratie.

Procesverloop

Bij besluit van 6 februari 2025 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL25.6571, op 7 april 2025 op zitting behandeld. De rechtbank heeft het beroep op 7 april 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres en haar gemachtigde; de gemachtigde van de minister. Ook is een tolk verschenen.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL25.6571, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.J. van der Veen, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.F. Aissa, griffier en openbaar gemaakt door geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.