Op 16 april 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin een asielzoeker, geboren op Albanese nationaliteit, beroep aantekende tegen een plaatsingsbesluit van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) en een vrijheidsbeperkende maatregel van de minister van Asiel en Migratie. De rechtbank beoordeelt twee beroepen van eiser, die zijn ingediend naar aanleiding van een incident op 14 maart 2025, waarbij eiser betrokken was bij een fysiek conflict met een medebewoner in een opvanglocatie. Eiser stelt dat hij handelde uit zelfverdediging, maar de rechtbank oordeelt dat deze stelling niet aannemelijk is, gezien de verklaringen van getuigen en de feiten van het incident. Eiser had een zakmes bij zich en heeft meerdere steekbewegingen gemaakt, waaronder in de richting van de nek van de medebewoner, wat niet kan worden gekwalificeerd als zelfverdediging. De rechtbank concludeert dat het COa terecht heeft besloten tot de plaatsing van eiser in een Handhaving- en Toezichtlocatie, en dat de vrijheidsbeperkende maatregel ook terecht is opgelegd. De rechtbank verklaart beide beroepen ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Tevens wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat de hoofdzaak ongegrond is verklaard.