ECLI:NL:RBDHA:2025:6557
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in het kader van de Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 april 2025 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Turkse nationaliteit, zijn asielaanvraag had ingediend op 18 november 2024. De minister van Asiel en Migratie heeft de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, stellende dat er geen effectief rechtsmiddel in Duitsland is, omdat hij een klacht had ingediend die niet is behandeld. De rechtbank heeft overwogen dat Duitsland in beginsel verantwoordelijk is voor de asielaanvraag en dat verweerder mag uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Eiser is er echter niet in geslaagd om aan te tonen dat er systeemfouten zijn in de Duitse asielprocedure die een reëel risico op schending van zijn rechten met zich meebrengen. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen binnen zes weken na verzending van de uitspraak.