ECLI:NL:RBDHA:2025:658
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanvullend terugkeerbesluit van de Minister van Asiel en Migratie
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 januari 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een aanvullend terugkeerbesluit van de Minister van Asiel en Migratie. Eiser, van Algerijnse nationaliteit en geboren op 5 juni 1999, had eerder een asielaanvraag ingediend die op 12 mei 2023 was afgewezen. De rechtbank had op 20 maart 2024 het beroep tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, een uitspraak die door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 8 april 2024 werd bevestigd. Het aanvullend terugkeerbesluit, dat op 17 oktober 2024 werd genomen, bevatte ook terugkeerinspanningen naar Marokko en Tunesië.
Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, maar verscheen niet op de zitting van 17 januari 2025, terwijl de minister zich liet vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Eiser betwistte dat zijn verblijf in Nederland rechtmatig was beëindigd en voerde aan dat de beschikking van 12 mei 2023 niet tot de gedingstukken behoorde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister de relevante beschikking aan de gedingstukken heeft toegevoegd en heeft eiser de gelegenheid gegeven om zijn gronden van beroep aan te vullen. Eiser bleef echter bij zijn eerdere stellingen.
De rechtbank oordeelde dat er geen reden was om het aanvullend terugkeerbesluit te vernietigen en verklaarde het beroep ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars en openbaar gemaakt via rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak kan binnen vier weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.