Op 18 april 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer AWB 24/13174. De uitspraak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening van de verzoeker, die zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning had ingediend. De minister van Asiel en Migratie had deze aanvraag op 1 augustus 2024 afgewezen, waarop de verzoeker bezwaar had gemaakt. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen, omdat de minister zich niet verzet tegen de toewijzing van het verzoek. Dit betekent dat de minister verzoeker niet mag uitzetten totdat er op het bezwaar is beslist. De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat de minister het griffierecht van verzoeker moet vergoeden en de proceskosten tot een bedrag van € 907,- moet betalen. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.