ECLI:NL:RBDHA:2025:6706
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de niet-ontvankelijkheid van een asielaanvraag in het licht van internationale bescherming in Polen
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, wordt het beroep van eiser tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn asielaanvraag beoordeeld. De rechtbank heeft op 18 april 2025 uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer NL24.24522. Eiser had eerder op 17 juli 2023 asiel aangevraagd, maar deze aanvraag werd op 9 augustus 2023 niet-ontvankelijk verklaard omdat hij in Polen internationale bescherming had. Eiser heeft op 13 mei 2024 opnieuw asiel aangevraagd, maar de minister van Asiel en Migratie verklaarde deze aanvraag wederom niet-ontvankelijk, omdat er geen nieuwe relevante elementen of bevindingen waren aangevoerd. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere niet-ontvankelijkverklaring in stand blijft. De rechtbank oordeelt dat de minister terecht heeft gesteld dat eiser nog steeds internationale bescherming heeft in Polen, ondanks de intrekking van zijn verblijfsvergunning. Eiser heeft niet aangetoond dat zijn situatie in Polen zodanig is veranderd dat hij niet langer recht heeft op internationale bescherming. De rechtbank concludeert dat de minister zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat er geen relevante nieuwe elementen zijn die de beoordeling van de asielaanvraag zouden kunnen beïnvloeden. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.