ECLI:NL:RBDHA:2025:6772
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vaststelling van staatloosheid van verzoekster met Palestijnse nationaliteit
Op 23 april 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende de vaststelling van staatloosheid van een verzoekster, geboren in de Palestijnse Gebieden. De verzoekster, die in het bezit is van een Palestijns paspoort en geboorteakte, heeft op 2 oktober 2024 een verzoekschrift ingediend tot vaststelling van haar staatloosheid. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende stukken, waaronder correspondentie tussen de verzoekster en de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door mr. C. Wesenbeek. De rechtbank heeft besloten om zonder mondelinge behandeling op het verzoek te beslissen, aangezien het advies van de Staat overeenstemde met het verzoek. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster in Nederland woont en onmiddellijk belang heeft bij het verzoek. De beoordeling is gebaseerd op de Wet van 7 juni 2023, die regels bevat voor de vaststelling van staatloosheid. De rechtbank concludeert dat verzoekster niet door enige staat als onderdaan wordt beschouwd, aangezien Nederland de staat Palestina en de Palestijnse nationaliteit niet erkent. De rechtbank heeft daarom de staatloosheid van verzoekster vastgesteld en dit is uitgesproken tijdens de openbare terechtzitting op 23 april 2025.